De regionale Energiestrategie is een kans voor boeren en tuinders
De regionale Energiestrategie (RES) is een kans voor boeren en tuinders. Lokale en regionale overheden werken samen aan een Regionale Energiestrategie, met het oog op de klimaatdoelen die we met elkaar moeten verwezenlijken. Boeren en tuinders zullen hier een grote bijdrage aan leveren. Het is onze ambitie dat de agrarische sector in 2030 energieneutraal is. Voorwaarde is wel dat er voldoende ontwikkelruimte blijft voor de landbouw.
In het gebied van ZLTO werken veel boeren en tuinders samen met andere partijen aan energiemodellen om de klimaatdoelen te halen. Het gaat om zowel nationale klimaatdoelen (Klimaatakkoord 2030) als internationale doelen (‘Parijs’). Wij hebben als landbouwsector de ambitie om in 2030 energieneutraal te zijn én om een grote bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de lokale energievoorziening.
Die bijdrage past in de agrarische traditie van rentmeesterschap. Want van oudsher zijn boeren en tuinders de natuurlijke beheerders van het buitengebied. Zij zorgen voor een gezond dieet, bieden betekenisvolle oplossingen voor natuur-, bodem- en waterbeheer en borgen de biodiversiteit.
Vanuit deze verantwoordelijkheid leveren boeren en tuinders een grote bijdrage aan de verwezenlijking van de lokale RES-plannen. Absolute voorwaarden is wel dat er voldoende toekomstperspectief blijft voor innovatieve agrariërs. Vanuit het maatschappelijk belang pleiten we nadrukkelijk voor het handhaven van een goede landbouwstructuur. Kostbare en vruchtbare landbouwgrond moet beschermd worden, in het belang van ons allemaal.
Onze zorgen
Keuzes die overheden nu maken bij het opzetten van de RES-plannen, zouden kunnen leiden tot ongewenste agrarische beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan het aanwijzen van gebieden voor zonnevelden, windmolens of windbossen. Grootschalige energieopwekking realiseren kan nadelig uitpakken voor de ontwikkelruimte en de bedrijfsvoering van de lokale boeren. Zij zouden bijvoorbeeld vast kunnen lopen in hun (grondgebonden) bedrijfsvoering doordat pachtgronden herbestemd worden voor energieopwekking. Behoud van een goede landbouwstructuur is van cruciaal belang voor agrariërs én voor het welzijn van burgers. Vruchtbare landbouwgrond mag niet worden opgeofferd voor zonnevelden of windmolenparken en het winstbejag van vaak buitenlandse korte-termijn-investeerders.
Naast zonnevelden zullen ook windlocaties aangewezen worden. Hier worden in de nabije toekomst windmolens gerealiseerd. In sommige regio’s worden windlocaties gecombineerd met bossen (zgn. windbossen) waar windmolens in geplaatst kunnen worden. Het is belangrijk om te zorgen dat dit niet ten koste gaat van vruchtbare landbouwgebieden en de goede landbouwstructuur.
Daarnaast maken wij ons ook zorgen over de versnippering van het agrarisch gebied en hogere grondprijzen, omdat projectontwikkelaars zich op basis van de RES-plannen steeds meer zich in de strijd om het ‘boerenland’ roeren. Ook de slechte bereikbaarheid van mobiele en vaste netwerken op het platteland zien wij als een bedreiging.
In het Klimaatakkoord staat dat de agrarische sector zich inspant om meer houtige landschapselementen en bomen te plaatsen in het buitengebied. Zo versterken we de opname van CO2. Ons pleidooi is dat dit niet ten koste mag gaan van landbouwareaal.
De formele bestemming van de grond mag niet veranderen wanneer een boer bomen plant. De elementen moeten ook flexibel zijn, zodat de boer de vrijheid heeft om zo nodig groen te verplaatsen of te verwijderen zonder de plicht tot herplanting. Bovendien moet er een goede financiële regeling komen voor het leveren van deze maatschappelijke dienst.
De oplossing van boeren en tuinders
In 2030 is de agrarische sector energieneutraal. Ook is energieproductie dan een belangrijk verdienmodel voor boeren, en levert deze een belangrijke bijdrage aan de lokale en regionale energievoorziening en aan het nationale Klimaatakkoord.
Een goede landbouwstructuur moet dit blijven borgen. Een vitaal platteland is niet alleen van groot belang voor boeren en tuinders, maar vooral voor de samenleving. Een aantrekkelijk en vitaal platteland geeft plezier en bovenal voorkomt het ondermijning en onveiligheid.