CO2-footprint boer onder de loep

Michiel Elands

Wat is de klimaatimpact van een boerenbedrijf? Tientallen HAS-studenten proberen samen met ZLTO-leden een antwoord te vinden op deze vraag. ‘Waarom verbouw je alleen maïs? Waar sla je de mest op? Gebruik je krachtvoer en hoeveel liter diesel gebruik je?’ Mikhail Pavlovskiy vuurt een reeks vragen af op melkveehouder Mari van Drunen. De antwoorden? De teelt van maïs is efficiënt, want zijn percelen liggen niet bij huis. De mest belandt via de mestput uiteindelijk op het grasland. En de melkveehouder rekent jaarlijks zo’n zesduizend liter diesel af voor de werkzaamheden rond de boerderij in Drunen. ‘En die mest wordt geïnjecteerd?’, wil studente Kira Ingenhoven weten. ‘Ja’, antwoordt Van Drunen. ‘Mooi. ‘Dan is de methaanuitstoot lager dan bij uitrijden.’, zegt Ingenhoven.

In deze tweede sessie tussen boer en studenten geeft de melkveehouder een dieper inkijkje in de bedrijfsvoering. De studenten hebben zich afgelopen weken al gebogen een zee van cijfers, zoals de Kringloopwijzer. Via een eigen module en de beschikbare informatie over de CO₂-voetafdruk van planten, dieren en menselijk gedrag rekenen ze het hele bedrijf door. Eind juni komen ze met een advies: welke maatregelen kan Van Drunen nemen om de voetafdruk van melk te verkleinen?

Eén maatregel heeft de melkveehouder al genomen. In april is 2500 vierkante meter bos aangelegd, samen met wat extra hagen rondom huis en bedrijf. Van Drunen doet mee met het project ErvenPlus om de biodiversiteit rondom boerenbedrijven te vergroten. ‘Goed om te weten, want bomen leggen CO2 vast, en dat nemen we op in onze berekening’, zegt Pavlovskiy. De student komt uit het Zuid-Russische Wolgograd. Hij heeft net als zijn medestudenten Ingenhoven en Joep de Graaf geen agrarische achtergrond, maar wil zich de komende jaren wel inzetten voor een duurzaam voedselsysteem. In Den Bosch studeert hij International Food & Agribusiness.

Carbon FootprintStudent Mikhail Pavlovskiy voelt Mari van Drunen aan de tand. Kira Ingenhoven en Joep de Graaf luisteren mee. Foto: Michiel Elands

Automatisering

De verregaande automatisering, zoals de twee melkrobots die Van Drunen laat zien, fascineren Pavlovskiy. ‘In mijn thuisregio heb je nog bedrijven met vijf of tien koeien.’ De Duitse Ingenhoven roemt Van Drunen om zijn bescheiden gebruik van kunstmest. ‘We zoeken naar meer opbrengsten voor de boer en minder schade aan het milieu.’ De studenten zien graag vruchtwisseling op de maïspercelen en zoeken naar een geschikt gewas.
Van Drunen  denkt dat op de lange termijn een lage voetafdruk de Nederlandse veehouder in de kaart speelt. ‘Nu is de consument eerst aan zet om ook wat meer te betalen voor onze producten en milieu-inspanningen. Ik krijg heel vaak de vraag waarom mijn koeien niet buiten staan. Juist de beschermde omgeving van de stal en de efficiënte mestafzet en voerproductie op het land houdt mijn dieren gezond en maken mijn CO₂-voetafdruk relatief klein.’

Slotbijeenkomst

Op 10 juli presenteren tientallen HAS-studenten International Food & Agribusiness hun resultaten van het project in het ZLTO-kantoor. In totaal zijn 45 studenten aan de slag bij 15 agrarische ondernemers uit verschillende sectoren. De deelnemende boeren, medewerkers van de HAS en ZLTO komen naar deze slotbijeenkomst. Dit is een mooie kans om kennis uit te wisselen en het onderwerp van de voetafdruk op de kaart te zetten. Onze leden krijgen met projecten als deze meer inzicht in de knoppen waaraan ze kunnen draaien om hun CO₂-footprint te verkleinen.

De primaire land- en tuinbouw sector is in Nederland verantwoordelijk voor 14% van de totale broeikasgasemissie. Het gaat om koolstofdioxide, methaan en lachgas. Mede door de afspraken in het Klimaatakkoord van Parijs groeit de belangstelling voor het verkleinen van de CO₂-afdruk in de hele keten. Ook ketenpartijen zijn hier volop mee bezig. Neem bijvoorbeeld een partij als SuikerUnie, die aan het verkennen zijn op welke manier ze samen met de telers de footprint van de suiker kunnen berekenen.