Vraag en antwoord brandveilige stallen

  1. In de periode 2014 – 2017 nam het aantal dierlijke slachtoffers van een stalbrand flink toe terwijl in 2018 het aantal weer fors lager lag. Hoe kan dit?
  2. Waarom hebben veehouders geen sprinklerinstallaties?
  3. Waardoor ontstaan stalbranden?
  4. Is een stal nog te redden als die in brand staat?
  5. Hoe zit het met luchtwassers/centrale afzuiging in een stal?
  6. Kan een veehouder iets doen tegen die branden?
  7. Wat wordt er gedaan om stalbranden te voorkomen?
  8. Waarom merken we zo weinig van die acties?

1. In de periode 2014 – 2017 nam het aantal dierlijke slachtoffers van een stalbrand flink toe terwijl in 2018 het aantal weer fors lager lag. Hoe kan dit?

Hoe het komt dat het aantal dierlijke slachtoffers tissen 2014 en 2017 toenam, is niet precies duidelijk. Feit is dat veehouderijen groter worden. Dus als er een brand ontstaat is de kans groter dat er meer dieren omkomen. Ook zijn er steeds meer technische ontwikkelingen in de stal, denk aan robots, automatische voerinstallaties, zonnepanelen, maatregelen voor dierenwelzijn en verlaging van emissies. Dit kan betekenen dat de risico’s op stalbrand wellicht groter worden (bijvoorbeeld door kortsluiting). Aan de andere kant nemen veehouders steeds meer maatregelen om branden te voorkomen. Duizenden bedrijven hebben elektrakeuringen gedaan en er worden ook andere maatregelen genomen. Ook de eisen van verzekeraars worden steeds strenger.

Bij het aantal stalbranden en dierlijke slachtoffers is het belangrijk om naar de langjarige trend te kijken. We hopen natuurlijk dat er een kentering heeft plaatsgevonden. Echter toeval speelt ook een rol.  Een ernstige brand in een kippenstal is bijvoorbeeld van grote invloed op het aantal dieren wat in een jaar omkomt.

2. Waarom hebben veehouders geen sprinklerinstallaties?

De Brandweer twijfelt aan de effectiviteit van sprinklers in de stal. De rookontwikkeling tijdens een brand is vaak zo enorm dat dieren, als er sprinklers zouden zijn, alsnog kunnen overlijden. Het is onvoldoende onderzocht sprinklers effectief zijn bij stallen. Daarnaast zijn sprinklers erg duur. Volgens onderzoek van het EIB wat in opdracht van het Ministerie is gedaan kosten sprinklers ongeveer €150.000 tot €500.000 euro per bedrijf en dan is het ook niet bewezen dat zij ook daadwerkelijk afgaan tijdens een brand (bestand zijn tegen het stalklimaat). Er is wel een andere ontwikkeling gaande. Er komen steeds meer automatische blussystemen met snelle detectie beschikbaar, met name voor kwetsbare plekken.

3. Waardoor ontstaan stalbranden?

Belangrijkste oorzaak is elektra, denk hierbij aan diverse vormen van kortsluiting. Andere veel voorkomende oorzaken zijn werkzaamheden in de stal, kachels (tijdelijke extra verwarming) en zelfontbranding van voertuigen. Een aantal keer is blikseminslag voorgekomen.

Vaak is een brand zo hevig, dat de oorzaak niet meer te achterhalen is. Er wordt door brandonderzoekers steeds meer onderzoek gedaan naar de oorzaak van stalbranden, zodat er  gerichter maatregelen ingezet kunnen ter voorkoming van stalbranden.

Ook wordt er een inventarisatie gedaan bij veehouders die bijna brand hebben gehad. Zo wordt geprobeerd het inzicht in de oorzaak van de stalbranden te vergroten. Studenten van Avans Hogeschool in Den Bosch hebben een eerste verkennend onderzoek gedaan. Ook daar bleek elektriciteit, kortsluiting de belangrijkste oorzaak.

4. Is een stal nog te redden als die in brand staat?

De stal zelf is meestal niet te redden, of het moet om een beginnende brand gaan.

Bij dat soort situaties heeft de brandweer het doel een bestaande brand gecontroleerd te laten uitbranden. Zij zijn gericht op het voorkomen dat een brand overslaat naar andere compartimenten. Veehouders hebben zelf ook al regelmatig  maatregelen getroffen door stallen van elkaar af te bouwen, een brandmuur of waterscherm tussen stallen te plaatsen en isolatiemateriaal te gebruiken dat tot een brandveiligere klasse behoort.  

Bij melkvee worden de dieren vaak gered, dit heeft te maken met het feit dat melkveestallen vaak open stallen zijn en koeien gewend zijn om naar buiten te lopen. Bij varkens en pluimvee is het vaak niet mogelijk om dieren te redden. De meeste dieren gaan meestal niet dood door de brand, maar door een gebrek aan zuurstof.

5. Hoe zit het met luchtwassers/centrale afzuiging in een stal?

Luchtwassers zorgen er voor dat er minder stof, geur en ammoniak wordt uitgestoten naar de omgeving. De luchtwasser heeft echter een groot nadeel bij brand. Het luchtkanaal (centrale afzuiging van de stal, onderdeel van de luchtwasser), zorgt ervoor dat een brand sneller wordt verspreid. De luchtwasser zelf veroorzaakt meestal niet de brand. Dit is dus een dilemma voor de boer: goed voor de omgeving is soms minder goed voor het welzijn van zijn dieren.

Dit is één van de redenen dat veehouders liever geen luchtwassers in hun stal willen maar graag zouden willen kiezen voor systemen die de emissies bij de bron aanpakken. Dit is vergunning-technisch en praktisch niet altijd mogelijk. In de innovatieagenda van de varkenshouderij wordt  volop ingezet om maatregelen bij de bron te stimuleren en erkend te krijgen.  Ook andere sectoren zijn aan de slag met maatregelen bij de bron.  Er zijn op dit moment diverse systemen in ontwikkeling maar het is nog niet zo ver dat de praktijk ze in grote getale kan toepassen. Als de hele stal verbouwd moet worden om de nieuwe techniek of het systeem te kunnen inpassen, dan is het voor veel veehouders, zeker op de korte termijn moeilijk haalbaar om hun bestaande stallen aan te passen.          

6. Kan een veehouder iets doen tegen die branden?

Het belangrijkste wat een veehouder kan doen, is zich bewust zijn van de brandrisico’s.

Als de veehouder bewust is van de risico’s neemt hij sneller maatregelen.  Denk hierbij aan het goed onderhouden van elektra en apparatuur of het zorgvuldig uitvoeren van werkzaamheden waarbij brand zou kunnen ontstaan en maatregelen treffen die de brandveiligheid verhogen in zijn stal.

7. Wat wordt er gedaan om stalbranden te voorkomen?

Sinds 2014 worden er extra eisen gesteld aan nieuwe stallen (aanpassing bouwbesluit).

  • De technische ruimte (de meest kwetsbare plek, waar de meterkast etc. aanwezig is) moet 60 minuten brandwerend zijn;
  • ook isolatiemateriaal moet minimaal van brandklasse B zijn.

Om bestaande stallen ook brandveiliger te maken hebben de varkens- pluimvee en kalverensector  periodieke elektrakeuringen opgenomen in hun kwaliteitssystemen. In de kwaliteitssystemen van dierlijke sectoren is geregeld aan welke basiseisen het product of productiewijze moet voldoen om je producten af te kunnen zetten. Het overgrote deel van de veehouderijbedrijven is bij een kwaliteitssysteem aangesloten. Als veehouders zich niet houden aan de kwaliteitssystemen leidt dit er uiteindelijk toe dat ze hun producten niet meer kunnen afzetten. Afspraak is dat Iedere 5 jaar  de complete elektra van een stal nagelopen worden of er geen defecten e.d. zijn. Eind 2019 hebben alle bedrijven zo’n eerste keuring ondergaan.

Andere veehouderijsectoren hebben geen eisen opgenomen in hun kwaliteitssystemen omdat mogelijk het kwaliteitssysteem zich vooral richt op de kwaliteit van het product (bijvoorbeeld melk en/of vlees) en niet op de stal zelf of de  omgeving. Dat wil overigens niet zeggen dat zij geen elektrakeuring moeten uitvoeren. Steeds meer verzekeraars eisen ook bij deze sectoren dergelijke keuringen.

In 2019 wil de pluimvee- en varkenssector snellere branddetectie op kwetsbare plekken in de stal (denk bijvoorbeeld aan de technische ruimte en schakelkasten) als verplichting  opnemen in hun kwaliteitssystemen . Dit wil zeggen dat er direct een melding komt naar de mobiele telefoon van de ondernemer als er zich een snelle temperatuursverhoging voordoet.

Daarnaast wordt er al veel gedaan aan voorlichting op het gebied van brandveiligheid. Vanuit het Actieplan brandveilige veestallen  zijn er al tientallen  voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor veehouders door heel het land. Dit wordt gedaan in samenwerking met brandweer en verzekeraars.  Daar wordt de komende jaren mee doorgegaan. Ook wordt in de vakpers veel aandacht besteed aan brandveiligheid.

8. Waarom merken we zo weinig van die acties?

We verwachten dat het effect van het actieplan Stalbranden langzaam, maar zeker, zal komen. Dit gaat echter niet van vandaag op morgen. Stallen worden één keer in 25 tot 30 jaar helemaal vernieuwd, het duurt een tijd voordat alle stallen brandveiliger zijn worden. Daarom wordt ook breed ingezet op bewustwording in het algemeen en op  brandgevaarlijke werkzaamheden als brandgevaarlijke situaties in het bijzonder.

Daarnaast is het zo dat het vaak niet zo eenvoudig is als het lijkt: wat voor veiligheid goed is, hoeft voor bijvoorbeeld het milieu niet goed te zijn, bijvoorbeeld luchtwassers of meer techniek in de stal.

Stalbranden zullen we nooit helemaal kunnen voorkomen maar we rekenen erop dat het aantal stalbranden en dierlijke slachtoffers de komende jaren een stuk lager gaat worden. Vanuit het Actieplan Brandveilige Veestallen zetten wij ons in voor brandveilige veestallen en weinig mogelijk dierlijke slachtoffers!