Banner Interreg Vlaanderen-Nederland aarde

Leve(n)de bodem

ZLTO is partner in het Belgisch-Nederlands Interreg project Leve(n)de Bodem. De bodem is de basis voor een duurzame landbouw. De afgelopen 60 jaar is door gespecialiseerde teelten en het verhogen van de productie per hectare, de bodemkwaliteit verslechterd en verliest haar bufferende capaciteit. 

Afgelopen jaren zijn diverse innovaties geweest ten behoeve van bodemverbetering. In Leve(n)de Bodem hebben we via demonstratie en kennisoverdracht deze maatregelen ingang laten vinden op bedrijfsniveau.

Het project zelf heeft geen nieuwe innovaties ontwikkeld, maar heeft wel het gebruik van innovaties (zowel teelttechnieken, machines als beslismodellen etc.) gestimuleerd. Vlaanderen en Nederland zijn gekenmerkt door gelijke bodemtypes, bedrijfstypes en teelten. De kennis om op een aangepaste, duurzamere manier met de bodem om te gaan is verspreid over de gehele grensregio aanwezig. Samenbrengen van deze kennis en samenwerken rond deze kennis betekent efficiëntiewinsten, snellere implementatie, en mogelijkheid tot grensoverschrijdende vruchtwisseling.

De ambitie van ZLTO is via het project Leve(n)de Bodem deze duurzame bedrijfsvoering bij een zo groot mogelijke groep agrarische ondernemers in Brabant te verankeren.
Onze aanpak is om de kennisoverdracht zo breed mogelijk te organiseren en daarbij ook nadrukkelijk in te spelen op de kennisvragen uit de praktijk.

Inzicht in de bodem

In het kader van het Leve(n)de Bodem – project zijn een aantal instrumenten ontwikkeld om op een realistische manier de bodem te kunnen beoordelen. Naast het basis grondonderzoek was er aan het begin van het project nog weinig concrete informatie beschikbaar over een perceel. Als pachter, huurder of koper is het handig om informatie over een perceel op te vragen zoals details van een bodemanalyse en informatie over de structuur, drainage en bodemlagen. Deze gegevens kunnen een beter inzicht geven over de conditie van een perceel.

Om een idee te krijgen over de bodemkwaliteit van een perceel, hebben de partners in het Leve(n)de Bodem-project de BodemIDee ontwikkeld. Dit instrument zet de resultaten van diverse parameters om in scores. Deze scores worden overzichtelijk in een figuur verwerkt waardoor de bodem in een oogopslag kan worden beoordeeld. De buitenste groene cirkels zijn groen, dit is de streefzone. Oranje is middelmatig en rood is beneden de streefzone. Het is de bedoeling dat het taartstuk van elke parameter zo groot mogelijk is. ZLTO ging daarnaast ook aan de slag met het Bodempaspoort, de bodemconditiescore en de SoilCare Scanner. 

Figuur: de BodemIDee geeft een ‘diagnose’ van hetgeen goed zit en waar er werkpunten zijn. Zeventien parameters, waaronder plasvorming, aanwezigheid van regenwormen en infiltratiesnelheid, krijgen een score op 100.

 

Studenten plannen bezoeken aan landbouwbedrijven

Via HAS Den Bosch zijn er 3 groepen van 2 – 3 studenten aan de slag gegaan met de invulling van ‘nieuwe tools’. Ze gingen daarom bij landbouwers langs (3 ZLTO groepen verdeeld over Brabant: Altena Biesbosch, de Kempen en d’n Beerse Overlaet) om het veld visueel waar te nemen. Hiervoor groeven ze een profielkuil van 50x50x50 cm en boorden daarna 1,50 meter diep om een overzicht te krijgen van de bodemlagen. De visuele waarnemingen gebeurden op drie plaatsen in het perceel. Ook werden bodemtemperatuurmetingen uitgevoerd op het best en minst scorende perceel.

Studiegroepen

De drie ZLTO groepen, verdeeld over Brabant: Altena Biesbosch, de Kempen en d’n Beerse Overlaet, zijn ook via ZLTO meerjarig begeleid via studiegroepen. Zowel binnen de ‘eigen’ studiegroep èn ook tussen de 3 ZLTO groepen zijn veel ervaringen uitgewisseld.

Met name ook de interactie tussen de HAS studenten èn de 3 ZLTO groepen in Brabant is als zeer positief en waardevol ervaren door de agrariërs.

Vervolgtraject

De resultaten zijn binnen het project verder verwerkt, waardoor de bodem uiteindelijk gescoord kon worden door middel van drie instrumenten: BodemIDee, Bodempaspoort en Bodemconditiescore. Deze drie instrumenten moeten zoveel mogelijk inzicht geven over percelen. Op deze manier zien de agrarisch ondernemers snel in welke staat hun perceel is en welke verbeterpunten er zijn.

De recent verzamelde resultaten zijn door de studenten naar de landbouwers sturen. Dit zijn onder andere foto’s en beschrijvingen van de profielkuil/profielboring, resultaten over de bodemdruk, bodemleven, structuur en uitslagen van de Soil Scanner.

In de landbouw nam de productie per hectare in de laatste decennia toe. Dat grote succes kent echter een keerzijde: het intensievere gebruik van de landbouwbodem zorgde voor een achteruitgang van de bodemkwaliteit. Door het gebruik van zware machines, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen zijn we in een neerwaartse spiraal beland, waarbij de bufferende werking van de bodem verloren gaat. Om het tij te keren is een transitie in denken en doen van landbouwondernemers noodzakelijk en moet er ook nagedacht worden over hoe de bescherming van de bodem kan gewaardeerd worden. Het Interreg-project 'Leve(n)de Bodem' bestaat uit drie belangrijke pijlers: begeleiding door kennispendelaars, leren van elkaar in ondernemersgroepen en demonstraties van nieuwe technieken.

In het kader van Leve(n)de Bodem werd de bodemIDee ontwikkeld. Het bodemIDee brengt de chemische, fysische en biologische bodemkwaliteit van een perceel in kaart aan de hand van een aantal indicatoren en geeft dit grafisch weer in een sterdiagram. Samen met de kennispendelaar gaan een 200-tal landbouwers aan de slag om de bodemIDee toe te passen op één à twee percelen. Waar relevant wordt een aanpak voor herstel en verbetering afgesproken. De bodemIDee wordt in de loop van het project ook nog verfijnd en bijgesteld.

Naast deze individuele begeleiding zijn er ook meer dan 20 regionale ondernemersgroepen gevormd, waarin landbouwers en loonwerkers samenkomen rond een bodemgerelateerd thema. Per thema zijn verschillende bijeenkomsten georganiseerd om kennis en ervaringen uit te wisselen tussen onderzoekers en ondernemers, maar ook tussen ondernemers onderling. Op het einde van het project hebben de Vlaamse en Nederlandse ondernemersgroepen ook onderling kennis uitgewisseld, via bezoeken aan elkaar. Een voorbeeld van een thema dat in heel veel groepen aan bod komt is 'Organische stof en bodemleven'.

Tenslotte organiseren de projectpartners ook demonstraties. Het gaat hierbij bijvoorbeeld over methodes om organische stof op te bouwen in de bodem (stro, houtsnippers, potgrond, bokashi, stalmest, groenbedekkers). Ook verschillende mogelijkheden van bodembewerking komen aan bod, gerelateerd aan het belang van de structuur van het zaaibed. Andere demonstraties gaan over het vermijden van verdichting door onder meer het vaste rijpadensysteem en ook de ontwikkelingen in de precisielandbouw krijgen de nodige aandacht.

Dankzij de samenwerking tussen de Nederlandse (ZLTO, Rusthoeve) en de Vlaamse partners (Inagro, PCG, Hooibeekhoeve, PIBOcampus, Provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse Overheid, dienst VPO - Vlaams Planbureau voor Omgeving) en via de gezamenlijke website, nieuwsbrief en facebookpagina komt de kennis maximaal grensoverschrijdend bij de doelgroep terecht.

Bekijk projectwebsite