Resultaten tweede meetronde - Verdieping op nitraatmetingen

Fauve Henst

BodemUP is actief in de volgende grondwaterbeschermingsgebieden(GWBG): Nuland, Vessem, Helvoirt, Waalwijk, Gilze/Gilzerbaan, Bergen op Zoom en Roosendaal. Om een goed beeld te krijgen van het nitraatgehalte in deze gebieden zijn in 2019 op 1000 plekken metingen uitgevoerd. De gebiedsgemiddelde nitraatconcentratie was eerder berekend door het RIVM, nu is het daadwerkelijk gemeten. Maar wat zeggen deze metingen? Of wat zeggen ze niet? En wat gebeurt er nu verder?

Zoals hierboven al genoemd zijn in 2019 voor de eerste keer 1000 nitraatmetingen gedaan in het bovenste grondwater. Afgelopen jaar is op 250 punten verspreid over alle acht (Gilze en Gilzerbaan zijn samengevoegd) GWBG de meting nog een keer gedaan. Deze meting doet dienst als trendmeting. Zo kan gekeken worden of het vastgestelde gebiedsgemiddelde van 2019 is veranderd in de tijd.

Resultaten

In 2019 was de conclusie dat in zes van de acht grondwaterbeschermingsgebieden de norm van 50 mg nitraat/liter gemiddeld niet wordt overschreden. Echter de nitraatgehaltes onder agrarische percelen zijn een stuk hoger. Hier valt voor agrarische ondernemers daarom winst te behalen, want nitraat dat uitspoelt wordt niet benut door het gewas en dat is zonde. Met de resultaten van de metingen van 2020 zien we dat er statistisch gezien geen verschil is met de metingen van 2019. Dat is niet verrassend, want maatregelen zijn pas net ingezet en het duurt enkele jaren voor de grondwaterkwaliteit daarop heeft gereageerd. Als we als sector de komende jaren wel een verbetering kunnen laten zien in de gehaltes onder agrarische percelen geven we daarmee een positief signaal af voor het zevende Nitraat actieprogramma dat op de agenda staat voor 2022. Vrijwillig genomen maatregelen werken!

Het gehalte in Helvoirt valt op in de meetronde van 2020. Het gemiddelde is daar dit jaar een stuk lager uitgevallen. Dat is waarschijnlijk door het lot bepaald; toevalligerwijs zijn de meetpunten in een intensiever beheerd deel van Helvoirt dit jaar weggevallen en tellen dus niet mee in het bepalen van het gemiddelde. De meetpunten die in Helvoirt in 2020 wel bemosterd zijn liggen in een gedeelte waar de grond extensiever wordt beheert. Dit laat goed zien dat cijfers nooit zonder een bijbehorend verhaal verteld moeten worden.

Wat zeggen de resultaten?

De metingen worden uitgevoerd in het grondwater op bepaalde punten in een perceel. Deze punten zijn volledig willekeurig bepaald via een a-selecte steekproef. Soms is dit aan de rand van het perceel, soms in het midden, soms meerdere punten op één perceel en soms ook niet. Wat kan je dan zeggen over een individuele meting? Kan die gekoppeld worden aan bepaalde handelingen op dat perceel? Bij het beantwoorden van deze vragen zijn de volgende factoren belangrijk om rekening mee te houden:

1) de resultaten van een grondwatermeting geven je inzicht in het verleden. Afhankelijk van de diepte van het grondwater kan het namelijk een aantal jaren duren voordat het nitraat dat dit jaar is opgebracht, uitspoelt en meetbaar is in het grondwater. Een vuistregel die daarvoor gebruikt wordt is dat het nitraat ongeveer 1 meter per jaar zakt.

2) één meting is geen meting. De ruimtelijke variabiliteit van de metingen binnen één perceel is zodanig groot dat één meting geen betrouwbaar beeld geeft van de nitraatuitspoeling over het hele perceel. Deze metingen zijn vooral waardevol voor het bepalen van een gebiedsgemiddelde en minder geschikt voor het krijgen van handelingsperspectief voor een perceel.

De ondernemers die hebben bijgedragen aan deze metingen zijn of worden binnenkort op de hoogte gebracht van de resultaten van hun eigen meetpunten via een BodemUP-adviseur.

En hoe nu verder?

De metingen geven geen goed handelingsperspectief op het niveau van een enkel perceel; met andere woorden: hoeveel nitraat is er op mijn perceel uitgespoeld en wat kan ik op dat perceel doen om dat te voorkomen? Daarom zijn ondernemers afgelopen najaar benaderd of ze interesse hebben in een extra nitraatmeting in en onder de bouwvoor, genaamd een N90-meting. Deze metingen worden gedaan door een mengmonster van een perceel te verzamelen van meerdere punten en op meerdere dieptes tot 90 centimeter. Als je deze metingen in het voorjaar en het najaar uit laat voeren krijg je meer grip op de hoeveelheid nitraat die de plant niet benut en kun je de bemesting hierop aanpassen. Deze meting geeft, in tegenstelling tot de eerdergenoemde metingen, meer inzicht in de actuele stikstofvoorraden en zeggen dus wel iets over het handelen op grond van afgelopen jaar. Deze N90-metingen zijn inmiddels op ruim 200 percelen uitgevoerd en ondernemers ontvangen daarvan persoonlijk de resultaten.