True pricing gaat over de echte en eerlijke prijs van alles wat je kunt kopen. Bij voedsel tel je dan dus ook de verborgen kosten en opbrengsten voor mens, dier en omgeving mee. Hoe werkt dat en waarom is het belangrijk dat overheden, producenten en consumenten dit idee omarmen? We zetten het op een rij.
Wat is true price of true pricing?
True pricing of true price, de twee termen worden allebei gebruikt, gaat over de echte en eerlijke prijs van een product. Je kijkt dan dus niet alleen naar het prijskaartje in de winkel, maar ook naar alle extra verborgen kosten en opbrengsten die nog niet zijn verrekend. Niet alle kosten worden mee verpakt in het product. Dat zijn kosten waar wij als maatschappij uiteindelijk samen de prijs voor betalen. Bijvoorbeeld de zorgkosten voor ongezonde voeding. Of kosten voor een slechte waterkwaliteit.
Zowel de verborgen kosten als de opbrengsten
In de discussie over dit fenomeen ligt de nadruk vaak op de kosten voor de schade aan bijvoorbeeld biodiversiteit, natuur, klimaat, dierenleed en mensenrechten. Het gaat dan om de kosten die moeten worden gemaakt om die schade te herstellen. Maar true pricing gaat ook over de verborgen opbrengsten van producten. Met name bij voedsel is dat belangrijk. Omdat veel voedingsmiddelen immers ook een belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid.
True price: oorsprong bij katoen, cacao, koffie en bananen
Het fenomeen true pricing is in eerste instantie gebruikt om de werkelijke kosten van veel verkochte producten uit kwetsbare gebieden in de wereld in beeld te brengen. Denk dan aan Fair trade cacao, koffie, bananen en katoen. De impact van de productie en handel in deze producten was en is in veel gebieden problematisch voor de lokale bevolking en de natuur. Om dat te veranderen, is het belangrijk dat iedereen snapt hoe groot dat probleem precies is én wat we kunnen doen om dat op te lossen. Die oplossing is dat we een eerlijke prijs gaan betalen voor die producten. Zo kunnen boeren en arbeiders genoeg verdienen om van te leven en is er geld voor duurzaamheidsmaatregelen.
Geldt ook voor Nederlandse producten
Dat we ‘te weinig’ betalen voor kleding en chocolade wist je misschien al. Maar ook voor veel Nederlandse producten betalen we vaak niet de echte, eerlijke prijs. Mark de Jong, specialist Public Relations van ZLTO: “Van de buitenkant zie je het niet, maar elk product, bijvoorbeeld een aardappel of appel, is opgebouwd in lagen. Elke laag kent een prijs. Vaak zijn de harde kosten, zoals arbeid, energie, zaaigoed en kunstmest, helder. Maar de zachte waarden niet, zoals CO2-reductie, groene energie en biodiversiteit die je bijvoorbeeld bereikt met natuurinclusieve landbouw. Dat betekent dat op de kassabon lang niet altijd de echte, eerlijke prijs wordt afgerekend.”
Er zijn goede voorbeelden in Nederland om de true price beter in beeld te brengen, zoals bij de Fruitmotor (appels) en Onze Markt (aardappels). Appels zouden dan 14 tot 18 cent per kilo meer moeten kosten. Bij de aardappels is de prijs transparant wat betreft de prijsvorming en de marges voor de verschillende schakels. De tafelaardappels in zakken van 2 kilo kostten bijvoorbeeld 2,71 euro. Daarvan is 17 cent btw, 14 cent voor Onze Markt en 1,36 euro wordt besteed aan de verpakking, distributie, opslag en verkoop. Per zak is 1,04 euro, oftewel 52 cent per kilo, voor de aardappelteler.
Waarom betalen we niet al gewoon eerlijke prijzen?
Volgens De Jong ‘klopt’ de prijs in de supermarkt op zich wel. “De prijs wordt bepaald door de economische wetten van vraag en aanbod. Alleen tellen we dan niet alle maatschappelijke kosten mee, die we als samenleving later moeten betalen. Uiteindelijk krijgen we daarvan wel de rekening. Bijvoorbeeld door de gevolgen van klimaatverandering. Nu ligt de rekening bij de natuur of bij de boeren. Want in Nederland maken die extra kosten om extra duurzaam te werken. Terwijl ze wel moeten concurreren met de producten uit het buitenland, waar die extra eisen niet gelden. Daar profiteren we als maatschappij juist van. Daarom is true pricing, oftewel echte transparantie over de prijzen van ons voedsel zo belangrijk.”
Hoe bepaal je de true price van een product?
Dat is ontzettend ingewikkeld, zegt De Jong. “In Europa is een consortium van universiteiten, onderzoeksinstituten, overheden en bedrijven daar al een aantal jaar voor aan het werk. Ze proberen alle verschillende soorten impact die de productie met zich meebrengt in kaart te brengen. Die factoren noemen ze externaliteiten en daar hangen ze telkens een prijskaartje aan. Inmiddels zijn het er meer dan 80. Zo probeert dat consortium een stuksprijs te koppelen aan externaliteiten. Van daaruit kan de true price van een product berekend worden.”
Voorbeeld van externaliteiten voor true pricing
- Landgebruik
- CO2-voetafdruk
- Watergebruik
- Loon voor arbeid
- Gezondheid
- Biodiversiteit
Alles heeft een prijs
In dit systeem van true price krijgt alles een prijs. De Jong: “Een kilo CO2 vastleggen of een kuub water bufferen in landbouwgrond levert waarde en dus geld op. Dat zijn de mincenten die je eigenlijk van de prijs kunt aftrekken of optellen. Uitstoot van CO2 en methaan en schade aan biodiversiteit levert pluscenten op, die we eigenlijk extra zouden moeten betalen. Het gaat erom dat we het positieve en het negatieve tegen elkaar afstrepen om tot een echte eerlijke prijs te komen.”
True price: ingewikkelde rekensom
Maar zelfs met dat systeem van externaliteiten is het nog steeds ingewikkeld om een ‘echte’ true price voor een product te bepalen. Zo is het de vraag welke externaliteiten je aan welk product toekent. De Jong: “Neem het landgebruik voor vlees en zuivel. Daarbij is het verleidelijk om alle landbouwgrond dezelfde waarde toe te kennen. Alleen, dat is niet reëel. Op een hectare grasland kun je lang niet altijd wat anders verbouwen. Bijvoorbeeld op grasweides in berggebieden, of weides in de veenweidegebieden in Nederland. Daar groeit alleen maar gras. Grasland heeft een andere waarde dan akkerland..”
Zijn we wel bereid meer te gaan betalen?
Een belangrijke vraag rond true pricing is of wij als consumenten wel bereid zijn meer te gaan betalen voor ons voedsel. Volgens De Jong blijkt uit de praktijk dat dit een beetje tegenvalt. “Met name in Duitsland is daar al mee geëxperimenteerd en toen bleek dat mensen de boodschappen al snel te duur vonden. En dat is ook begrijpelijk. We zijn gewend aan de relatief lage prijzen van voedsel. Tegelijk waarderen consumenten transparantie over hoe de prijs van een voedselproduct is opgebouwd wel zeer.”
Wat wel werkt: zelf kiezen
Tegelijkertijd zijn er ook prijssystemen voor extra duurzaamheid die wel werken. “Neem de markt voor biologische producten of de extra keurmerken die we allemaal wel kennen zoals Fair trade, Planet Proof of het Beter Leven keurmerk van de Dierenbescherming. In Frankrijk en Duitsland hebben grote supermarkten daarnaast huismerkproducten waarbij je als consument mede kunt bepalen voor welke duurzaamheidseisen je meer geld wilt betalen. Vind je dierenwelzijn belangrijk? Dan kies je dat en door al die stemmen bij elkaar op te tellen, krijgen boeren vervolgens extra geld om maatregelen te nemen.”
Uiteindelijk doel true pricing: echte voedseltransparantie
Het belangrijkste wat true pricing moet opleveren is echte voedseltransparantie. En volgens De Jong is dat ook echt wel nodig. “Zo denkt 70 procent van boeren dat de marges niet eerlijk worden verdeeld. En dat is niet gek als je bedenkt dat een boer bijvoorbeeld 12 cent krijgt voor ei, terwijl ze voor 26 cent worden verkocht in de supermarkt. Of 80 cent voor een kilo elstar appels, die in de supermarkt 2,40 euro kost.”