Plantbased: verschuiving in ons dieet en de rol van boeren

veldbonen

Er zijn heel veel namen voor mensen die ervoor kiezen om minder of geen vlees of andere dierlijke producten te gebruiken: vegetariër, flexitariër, pescotariër, vegan en dan is er ook nog plantbased. Wat is nu precies het verschil en hoe groot is die groep mensen? En wat betekenen die grote trends voor de manier waarop boeren in Nederland voedsel produceren? We zetten de achtergronden op een rij.


Wat is een plantbased dieet?

Plantbased is een verzamelterm voor allerlei voedingspatronen waarin mensen bewust kiezen om meer plantaardige producten te gebruiken. Denk aan granen, groenten, fruit, peulvruchten, knollen, noten en zaden. Dierlijke producten zijn niet altijd uitgesloten in dit voedingspatroon, maar mensen die een plantbased dieet volgen, eten vaak wel bewust (veel) minder vlees en zuivel. De term komt uit de Verenigde Staten. 

Soms zie je ook weleens de Engelse term ‘whole food plant based’ voorbij komen. In dat voedingspatroon is het streven om vaak te kiezen voor onbewerkte, of minder bewerkte plantaardige producten. Dus zo min mogelijk kant-en-klare producten. 

Plantbased is niet hetzelfde als vegan of vegetarisch

Plantbased is dus niet hetzelfde als een vegetarisch- of een vegan dieet. Bij die voedingspatronen gaat het vooral om het weglaten van vlees en/of alle dierlijke producten. Bij plantbased gaat het vooral om te kiezen voor zoveel mogelijk plantaardige producten. 

Misvattingen over plantbased

  • Plantbased betekent niet hetzelfde als “plantaardig”.
  • Plantbased eten betekent niet per se dat je geen vlees of vis meer eet
  • Het is niet een aparte groep voedingsmiddelen, maar een omschrijving van een eetpatroon.
  • Het is ook niet een aparte categorie voedsel met aparte regels, zoals biologische voeding.

Voorbeelden van plantbased voedingspatronen

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek eet bijna de helft van alle volwassenen in Nederland al bewust minder vlees.

  • Flexitarisch (minder vaak vlees): 44,8% van Nederlanders 
  • Pescotarisch (geen vlees, wel vis): 2,6% van Nederlanders
  • Vegetarisch (geen vlees): 1,7% van Nederlanders 
  • Vegan (geen dierlijke producten): 0,4% van Nederlanders

De belangrijkste reden voor mensen om meer plantaardige producten te kiezen zijn het klimaat, gezondheid en dierenwelzijn.  

Eiwittransitie: steeds meer plantaardig

Die trend is volgens Stephan Bouwman, projectexpert klimaat bij ZLTO in heel Europa te zien. “Het is echt niet zo dat iedereen vegetariër zal worden. Maar we zullen wel zien dat de vraag naar plantaardige eiwitten flink gaat toenemen. Dat fenomeen noemen we ook wel de eiwittransitie. Eiwitten zijn de bouwstenen van ons lichaam. Dierlijke producten zijn een goede bron daarvoor, maar ze zitten ook in peulvruchten en granen. Eiwitten in dierlijke producten noemen we ook wel dierlijke eiwitten, eiwitten uit plantaardige producten noeme we dan plantaardige eiwitten.” 

Klimaatambities: verhouding plantaardig eiwit naar 60:40

Op dit moment komt in het gemiddelde Nederlandse voedingspatroon 57% van eiwitten uit dierlijke producten en 43% uit plantaardige producten. Tien jaar geleden was die verhouding 60% - 40%. De verschuiving naar een meer plantaardig dieet gaat in de praktijk dus niet heel snel.

Bouwman: “Milieu- en voedingsorganisaties pleiten er desondanks wel voor om die eiwitverhouding om te draaien. Dus dat we 40% dierlijke en 60% plantaardige eiwitten gaan eten. Bij ZLTO zien we dit niet als grote bedreiging. Tot nu toe zien we de afzet voor Nederlandse veehouders en melkveehouders nog niet afnemen. Negen op de tien mensen eet immers nog regelmatig vlees en andere dierlijke producten en zal dat in mindere of meerdere mate blijven doen. Mogelijk gaat de flexitariër meer geld over hebben voor een lokaal, duurzaam stuk vlees of zuivel, en daar profiteren onze Nederlandse boeren dan ook van.”

Grote kansen voor Nederlandse akkerbouwers

De eiwittransitie biedt volgens Bouwman volop kansen voor de Nederlandse agrarische sector. “We hebben immers in Nederland heel veel vruchtbare grond, de meest vooruitstrevende akkerbouwers ter wereld én een grote voedselverwerkende industrie. Kortom: we hebben alles in huis om hier meer plantaardige eiwitten in de vorm van bijvoorbeeld veldbonen, lupine of andere peulvruchten te gaan produceren. Die kunnen als grondstof dienen voor vleesvervangers, maar ook als basis voor andere maaltijden.”

Kiezen voor meer peulvruchten uit Nederland

Meer peulvruchten van Nederlandse bodem dus. Dat is goed voor iedereen. Bouwman: “Maar zo eenvoudig is het niet. Iedereen moet dan een stapje extra zetten. Helaas is het voor veel akkerbouwers op dit moment nog niet rendabel. Bonen leveren in verhouding met andere gewassen veel minder op. Daarom werken we er hard aan om de teelt meer te laten opbrengen, en willen we tegelijkertijd de Nederlandse consument vragen om voor peulvruchten uit Nederland te kiezen.”

“Iedereen in de voedselketen heeft daarin een rol. De overheid kan het nog meer stimuleren, de voedselverwerkers kunnen aan de slag met nieuwe technieken om ze verwerken tot nieuwe producten en supermarkten moeten dit dan ook gaan promoten.”