In de discussie over de impact van landbouw op het milieu en klimaat gaat het vaak over intensieve landbouw en extensieve landbouw. Wat betekenen die termen nu precies? En wat zijn de voordelen en de nadelen van deze twee vormen van landbouw? We zetten de feiten op een rij.
Wat is intensieve landbouw?
Intensieve landbouw is een landbouwproductie systeem dat is ingericht op efficiency en een optimale opbrengst. Door schaalvergroting en met behulp van machines, robuustere rassen, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen kunnen boeren in de intensieve landbouw per productie-eenheid (hectare, kilo of liter) de meeste output produceren.
Wat is extensieve landbouw?
De extensieve landbouw is erop gericht om te voedsel te produceren op meer hectare grond (productieruimte) met minder input van buiten, zoals kunstmest, veevoer en gewasbeschermingsmiddelen. Zo wordt per hectare landbouwgrond vaak minder geproduceerd dan in de intensieve akkerbouw. Natuurinclusieve landbouw en biologische landbouw zijn voorbeelden van extensieve landbouw.
Intensieve veehouderij gaat over pluimvee en varkens
Intensieve landbouw is de definitie van een landbouwproductie systeem en hangt vooral samen met de opbrengst per hectare landbouwgrond. De termen intensieve veehouderij (of intensieve veeteelt) hangt daar ook mee samen. Dit zijn zogenoemde niet-grondgebonden veehouderijen of gebouwgebonden veehouderijen. Dit betekent dat ze niet zelf landbouwgrond hebben waar ze het voer voor de dieren verbouwen. Dit zijn vooral pluimveehouderijen en varkenshouderijen.
Extensieve veehouderij gaat over graasdieren
In de extensieve veeteelt of veehouderij eten de dieren voor een groot deel het voer wat op de eigen grond bij het bedrijf wordt verbouwd. Dit gaat dan vaak om gras voor grazende dieren zoals bijvoorbeeld koeien, schapen of geiten. Extensieve veehouderijen zijn in tegenstelling tot intensieve veehouderijen dus wel grondgebonden. Dit betekent ook dat de mest van de dieren wordt gebruikt voor de eigen landbouwgrond.
Intensivering na tweede wereldoorlog
De intensivering van de landbouw kwam na de tweede wereldoorlog in een stroomversnelling om voedseltekorten voor eens en voor altijd uit te bannen. Het devies was: “nooit meer honger”. Het zorgde ervoor dat het landbouwbeleid decennia lang was gericht op het maximaliseren van de opbrengst, zodat er genoeg eten was voor iedereen. En omdat de bevolking flink groeide in die periode was dat ook hard nodig. Voedselzekerheid is sinds die tijd vanzelfsprekend in Europa. Ook is voedsel daardoor steeds beter betaalbaar geworden.
De voordelen van intensieve landbouw
- Een hoge opbrengst per hectare landbouwgrond
- Betaalbaar voedsel voor iedereen
- Al meer dan 70 jaar gegarandeerde voedselzekerheid in Nederland
Intensieve veehouderij in opkomst na 1958
De groei van de intensieve veeteelt in Nederland komt vooral voort uit afspraken die Europese landen met elkaar maakten in 1958. In het kader van de vrije handel en samenwerking werd toen besloten dat elk land zich ging specialiseren in het produceren van het voedsel waar dat land het meest geschikt voor was. Nederland specialiseerde zich verder in melkveehouderijen, omdat we in Nederland relatief veel grasland hebben.
Nederland specialiseerde zich in varkens en pluimvee
Ook specialiseerden we ons in varkenshouderijen en pluimveehouderijen, omdat het voer van die dieren vooral voortkomt uit reststromen uit de levensmiddelenindustrie. Veel van de grondstoffen voor die industrie kwam Europa binnen via de haven van Rotterdam. Vandaar dat het logisch was om de voedselketen van levensmiddelen fabrieken en veevoerfabrieken in ons land op te zetten.
Systeem liep tegen grenzen op
Het maximaliseren van de opbrengst van landbouwgrond in de akkerbouw heeft ook nadelen, zegt akkerbouw expert Frans Geijs. “Dat besef was er veertig jaar geleden nog niet, maar nu wel. Toen was het gebruikelijk om telkens hetzelfde gewas intensief te telen met behulp van kunstmest en werd in vergelijking met nu veel gewasbescherming gebruikt om plagen te bestrijden. Op die manier raakte de bodem uitgeput. De afgelopen jaren is er daarom steeds meer aandacht voor gewasrotatie en optimaal gebruik van meststoffen en minimaal gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.”
De nadelen van intensieve landbouw
Als het gaat over de nadelen van intensieve landbouw, worden vooral nog de excessen van een aantal jaar geleden genoemd.
- Uitputting van de bodem door minimale gewasrotatie in combinatie met gebruik kunstmest en gewasbescherming
- Aantasting van de waterkwaliteit
- Geuroverlast door het uitrijden van mest
Intensief en extensief staan niet tegenover elkaar
In de discussie over de toekomst van de landbouw worden intensieve landbouw en extensieve landbouw vaak tegenover elkaar gezet. Volgens Geijs is dat niet terecht. “Het zijn twee verschillende systemen die prima naast elkaar kunnen bestaan. “Biologische akkerbouwers werken extensiever en krijgen daar op de markt ook een andere prijs voor. Maar niet elke consument kiest die producten. De meeste consumenten kiezen nu eenmaal voor de laagste prijs. Dat is de belangrijkste reden dat de gangbare, veelal intensievere landbouw in Nederland zoveel groter is in omvang.”
De voordelen van extensieve landbouw
- Minder belastend voor het milieu
- Bij biologische veeteelt meer aandacht voor natuurlijk gedrag van dieren
De nadelen van extensieve landbouw
- Minder opbrengst per hectare landbouwgrond
- Biologische producten zijn vaak iets duurder
Moderne inzichten in agrarische sector: precisielandbouw
Het verschil in impact op het klimaat en het milieu tussen beide vormen van landbouw wordt ook steeds kleiner. In de moderne intensieve landbouw in Nederland gaat het tegenwoordig vooral over het toepassen van slimme techniek om de opbrengst te optimaliseren. De zogenoemde precisielandbouw.
Geijs: “En daarin zijn we echt anders dan bijvoorbeeld Amerika en Canada, waar het maximaliseren van de opbrengst nog steeds het devies is. Bij ons is de sector vooral bezig om de inbreng van kunstmest en gewasbescherming te verlagen. Het draait allemaal om een gezond bodemleven. Daardoor nemen de gewassen meer voedingstoffen op en is de kans op plagen van nature kleiner. Zo is elke akkerbouwer bezig met precisiebemesting: het precies doseren van meststoffen. Ook gaan boeren heel gericht om met gewasbeschermingsmiddelen en gebruiken ze steeds vaker groene bestrijdingsmiddelen.”
Moderne veehouderij: gezondheid van dieren eerste prioriteit
De intensieve veehouderij wordt de laatste jaren vooral gekenmerkt door schaalvergroting en het verbeteren van de diergezondheid. Boeren bouwen moderne, grote stallen, waarbij de leefomstandigheden van de dieren helemaal kan worden geoptimaliseerd. Dat heeft alleen maar voordelen voor dieren, zegt Jeannette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO Nederland. “Door schone stalvloeren, goede verlichting, de juiste luchtkwaliteit en temperatuur en een optimaal voerschema blijven de dieren in dit soort moderne stallen gezond. Dat is goed voor de dieren en natuurlijk ook voor de bedrijfsvoering. De veearts hoeft minder vaak langs te komen, er zijn minder medicijnen nodig.”
“Buiten is niet altijd beter”
Volgens Van de Ven is het idee dat een dier het buiten altijd beter heeft, niet altijd juist. “Zeker niet als we het hebben over pluimvee en varkens. Zij blijven gezonder als ze continu binnen in de stal leven. Dat komt omdat ze buiten sneller in aanraking kunnen komen met wormen en andere ziekmakers. Bovendien is de uitstoot van het vee in een moderne stal lager, omdat er wordt gewerkt met luchtwassers en moderne mestopvang systemen.”