Zó vernietig je grasland en vanggewassen

mj-0810-west-brabant-(388) (1)

Goed graslandbeheer is heel belangrijk bij het terugdringen van glyfosaat. Bij het vernietigen van vanggewassen werkt een geïntegreerde aanpak het best. Voor glyfosaat blijven wel essentiële toepassingen nodig. Die conclusies uit het project IPM Glyfosaat werden vorige week gedeeld tijdens een webinar over het vernietigen van grasland en vanggewassen. Vier landbouwexperts schoven bij haar in de studio aan tafel om hun kennis en praktijkervaring te delen.


De Europese toelating van glyfosaat is met 10 jaar verlengd. 'Het ministerie van LNV bekijkt nu hoe het regels kan stellen aan het gebruik van glyfosaat', meldde Wim in ’t Veld, projectleider IPM Glyfosaat. Regels zullen met name drie toepassingsgebieden treffen: vernietigen van vanggewassen, groenbemesters en grasland. 'Niet of nauwelijks glyfosaat gebruiken in die gebieden: dat heeft de minister aangegeven. In de loop van dit jaar horen we waar alternatieven worden verplicht. Zeker is dat de sector aan de slag moet met verminderen van glyfosaat, en meer inzet van alternatieven.'

Graslandbeheer

Met goed graslandbeheer is er minder noodzaak om grasland te vernieuwen. 'Hoe fanatieker je erop zit, des te minder hoef je te vernieuwen', vertelde Hessel van der Meer, van loonbedrijf HABO Noordeloos. 'Dat beheer gaat verder dan alleen vernieuwing. Denk bijvoorbeeld aan het wegvangen van mollen. En hoe ontstaan kale plekken en onkruid in grasland?'

De laatste jaren heeft het loonbedrijf geïnvesteerd in machines voor beperkte grondbewerking, zoals een overtopfrees. 'Als loonwerker zien wij verschil tussen percelen. We kunnen investeringen doen om over een groter areaal te verdelen. Bij machines is capaciteit wel het sleutelwoord, want in het piekseizoen moet er veel in korte tijd gebeuren', aldus Van der Meer.

De loonwerker is voorstander van grasland vernieuwen in het najaar. 'Je hebt dan sowieso bodemtemperatuur – we zeggen weleens gekscherend dat je gras tot de kerst kunt inzaaien. In het najaar ben je nagenoeg verzekerd van vocht. Vernieuw je in het voorjaar, dan heb je risico op onkruiddruk. En je bent dan al verschillende snedes kwijt.'

'Als je grasland goed is en je kunt de grond goed bewerken, heb je geen glyfosaat nodig', stelde In ’t Veld. 'In je omgang met de bodem is heel veel mogelijk. Zo kun je met niet-kerende grondbewerking het bodemleven in rust houden.' Slecht graslandbeheer leidt volgens hem juist tot onkruid. Zoals kweek.

Oppervlakkige grondbewerking

Veehouder Marcel Derks, met zowel gras als maïs op zandgrond, doet veel aan oppervlakkige grondbewerking. 'Zo probeer ik het onkruid onder de knoet te houden. Maar als je veel kweek hebt in grasland, en je wilt weer vrij snel nieuw gras inzaaien: heb je toch glyfosaat nodig. Kweek is een taai wortelonkruid. Als je freest, heb je langdurig droog weer nodig om de wortels te laten uitdrogen. Anders groeit kweek weer uit.'

Bij kweek duurt het drie tot vier dagen na toepassing van glyfosaat, voordat het middel in het eind van de wortel zit. Bij zaadonkruiden gebeurt dat binnen één dag. 'Als je glyfosaat gebruikt, voer dan binnen 14 dagen een grondbewerking uit', adviseerde In ’t Veld. 'Dan ben je de gele velden kwijt.'

Gewasrotatie

Jos Groot Koerkamp, bij Plantum voorzitter van de Gewasgroep voedergewassen, pleitte op het webinar voor gewasrotatie. 'In maïs of een graangewas kun je kweek goed bestrijden. Maar als je weilanden geel zijn na hele droge zomers, en de onkruidgroei is zo heftig, dan moet je wel glyfosaat toepassen om schoon te beginnen.' Volgens Groot Koerkamp is het ook belangrijk om gras aan de groei te houden. 'Maai het bijvoorbeeld niet te diep af. Gras groeit wel boven de 10 graden, maar zorg wel dat er jonge genetica in de grond zit: dat er voldoende voer voor de koeien van grasland komt.'

Groot Koerkamp ziet een belangrijke rol voor de veredelaars van graszaden. 'Tussen rassen en mengsels zitten grote verschillen in opbrengst. Als je het beste ras van een rassenlijst kiest, verdien je dat al terug in de opbrengst.'

Vanggewassen

Na maïs is een vanggewas verplicht. Plantum adviseert dan vooral vanggewassen die vorstgevoelig zijn. 'Zodat die in de winter kapotvriezen, waardoor ze mechanisch goed zijn onder te werken en tijdig verteren', zei Groot Koerkamp. 'Dan heb je geen glyfosaat nodig.'

Vanggewas of groenbemester: beschouw het als een teelt, is het advies van In ’t Veld. 'Begin gewoon met goed zaaien. Behandel het als een gewas, dan overvleugelt het de grond en heb je geen glyfosaat nodig.' Een geïntegreerde aanpak werkt het best. 'Kijk of er wortelonkruiden in het perceel zitten. En waar staat het? Daarop maak je dan een beslissing: wel of niet glyfosaat.'

Heb je glyfosaat wel nodig, dan kun je het ook met spot-spray bestrijden. 'Dan heb je nog maar 5% middel nodig ten opzichte van volvelds spuiten', aldus In ’t Veld die tot slot adviseerde om te letten op de waterkwaliteit. 'Als je hard water gebruikt, wordt een deel van het middel onwerkbaar. Hard water moet je dus ontharden.'

Webinarreeks weerbaar telen

Dit was het zesde en laatste webinar van een webinarreeks over telen met minder chemie dat het LTO-programma ‘Weerbaarheid in de praktijk’ deze winter organiseerde. Kijk het webinar hier terug.

De vorige webinars gingen over biostimulanten, geïntegreerde onkruidbeheersing, emissiereductie, vernietigen groenbemesters en wortelonkruiden zonder glyfosaat en functionele agrobiodiversiteit.

Lees op Groen Kennisnet informatie over alle onderdelen van het LTO-programma ‘Weerbaarheid in de praktijk’, inclusief publicaties van (voorlopige) resultaten.