LTO-vakgroep Akkerbouw en vollegrondsgroente
Sinds het verbod op het gebruik van neonicotinoïden vormt het vergelingsvirus weer een grotere bedreiging in de bietenteelt. Om de risico’s te verkleinen, is een voorstel ingediend om het teeltvoorschrift vergelingsziekte aan te passen. De aanpassingen hebben met name betrekking op het verwijderen van bietenopslag en achtergebleven bietenresten.
Bietenopslag, in de vorm van bieten op hopen op het erf of als achtergebleven resten op het land, kan bij bladvorming een bron zijn van het vergelingsvirus. Zeker in combinatie met de vervroegde activiteit van luizen door minder strenge winters. Dit speelt bij suikerbieten, voederbieten en rode bieten.
Veranderingen:
- In het voorstel geldt één nieuwe datum waarop suiker- en voederbieten met bladvorming verboden zijn: 15 maart. In de oude regeling geldt dit verbod voor Noord-Nederland vanaf 15 april en in Midden-en Zuid-Nederland is dat 1 april.
- Daarnaast vallen ook rode bieten onder de teeltverordening, zo vermeldt het voorstel.
- Daarnaast staat in het voorstel een verplichte bestrijding van bietenopslag op het perceel uiterlijk 15 april. Het gaat om het ontstaan van bladvorming op (resten van) bieten die zijn achtergebleven of teruggebracht op het perceel waarop deze zijn geteeld.
De voorstellen tot wijziging van het teeltvoorschrift vergelingsziekte in bieten zijn ingediend door een werkgroep onder coördinatie van BO Akkerbouw. Deelnemers van de werkgroep kwamen van Cosun Beet Company, NAV en de LTO vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente.