Verlenging betrokkenheid LTO bij BO Nitraat na achterbanraadpleging

Nieuwsbericht LTO nitraat juli 2023
LTO

LTO verlengt haar betrokkenheid bij de Bestuursovereenkomst ‘aanvullende aanpak nitraatuitspoeling uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden’. Bij raadpleging door LTO van de achterban was er voldoende draagvlak om de aanpak door te zetten. Wel zijn en blijven LTO en haar leden kritisch op de overeenkomst.


Sinds 2017 wordt in de 34 meest kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden intensief gewerkt aan het reduceren van de nitraatuitspoeling met behulp van de Bestuursovereenkomst ‘aanvullende aanpak nitraatuitspoeling uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden’ (hierna: ‘BO Nitraat’). Dit wordt bereikt door het nemen van diverse managementmaatregelen door de boeren in het gebied. Hierdoor is in veel gebieden een verlaging van het stikstofbodemoverschot zichtbaar, wat weer leidt tot een verbetering van de waterkwaliteit. LTO is een van de deelnemende organisaties naast VEWIN, IPO, ministerie LNV en ministerie IenW.

Uit studies naar de effecten van deze aanpak blijkt dat in een aantal gebieden het doelbereik nog niet wordt gehaald met de huidige maatregelen en er verdere maatregelen nodig zijn. Hierover LTO al eens eerder in 2020. Omdat deze maatregelen gebiedsspecifiek zijn, is besloten om per 1 januari 2024 de BO nitraat op te nemen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en daarbinnen de uitvoering voort te zetten op provinciaal niveau.

LTO heeft in het eerste kwartaal van dit jaar een achterbanraadpleging gehouden over de betrokkenheid van LTO aan de BO nitraat. Hieruit is gebleken dat er door de deelnemers draagvlak is om de aanpak door te zetten. Maar ook legde een heel aantal leden hun emoties en frustraties op tafel over de actuele beleidsontwikkelingen voortkomend uit de derogatiebeschikking van september 2022, en de gevolgen voor de grondwaterbeschermingsgebieden. Immers, percelen in grondwaterbeschermingsgebieden zijn uitgesloten om deel te nemen aan de derogatie en per 1 januari 2024 zal er een aanvullend pakket van verplichte maatregelen worden opgelegd (uitwerking in samenhang met de gebiedsgerichte aanpak). Desondanks werden tijdens de achterbanraadplegingen geen onoverkomelijke bezwaren geuit om te stoppen met de BO Nitraat. Sterker nog, het merendeel van de geraadpleegde leden merkte op dat de methodiek van de BO Nitraat de voorkeur geniet boven extra generieke aanscherpingen vanuit het Rijk. Concreet zijn door de geraadpleegde leden een aantal aandachtspunten meegegeven voor het vervolg:

  • De geraadpleegde leden merkten op dat de doelstelling van de bestuursovereenkomst (‘grondgebruikers maatregelen worden genomen die de waterkwaliteit afdoende verbeteren én grondgebruikers kunnen helpen in hun streven naar een positief financieel bedrijfsresultaat’) op gespannen voet staat met de druk vanuit de (Rijks)overheid om extra generieke maatregelen af te kondigen en komt het animo voor bovenwettelijke maatregelen niet ten goede;
  • Er is een sterke behoefte bij onze geraadpleegde leden tot uniformering en harmonisatie van de meetprotocollen (ten aanzien van meetmethodiek en het wel/niet betrekken van de bijdrage vanuit natuur bij het gebiedsgemiddelde);
  • Ondernemers die de uitspoeling van nitraat richting het grondwater verminderen (op basis van berekend stikstofbodemoverschot en/of nitraatresidu-metingen) zouden volgens de geraadpleegde leden beloond moeten worden vanuit het gemeenschappelijk landbouw (GLB);
  • Vanuit de geraadpleegde leden is sterk de behoefte geuit om meerjarige afspraken te maken met de (Rijks)overheid. Niet telkens een jaarlijkse verlenging, maar op basis van vertrouwen voor langere periode. In de basis zou gedurende de looptijd van deze bestuursovereenkomst de (Rijks)overheid geen verdere generieke aanscherpingen moeten doen daar waar via bovenwettelijke inspanningen aantoonbare verbeteringen van het grondwater zijn.
  • Er bestaat een zorg bij de geraadpleegde leden of de landing van deze bestuursovereenkomst in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wel de juiste route is. De kans is namelijk groot als je alles integraal gaat benaderen, dat er géén voortgang wordt geboekt ten aanzien van de oorspronkelijk gestelde doelstellingen van de bestuursovereenkomst;
  • Veel van de geraadpleegde leden zijn voorstander van individuele afrekenbaarheid, als alternatief voor het generieke beleid. Dit onderschrijft het pleidooi van LTO voor ruimte in beleid voor een/de Afrekenbare Stoffenbalans (ASB).

LTO heeft deze aandachtspunten overgebracht aan het Landelijk Bestuurlijk Overleg van de BO Nitraat. Op basis van deze achterbanraadpleging voelt LTO zich gesterkt in de gedachten dat het (in het belang van onze leden) belangrijk is dat LTO betrokken is (en blijft) bij de uitvoering van de bestuursovereenkomst in 2023.