De stikstofcrisis: dit is waarom de boeren zo boos zijn

zlto---3---bas-aarts---waardering-van-de-omgeving-133061

De stikstofaanpak zorgt voor veel onrust onder boeren. Ze voelen zich weggezet als milieuvervuilers en dat is onterecht. Hoe zit het dan echt en wat zijn de oplossingen? Boeren pleiten voor een eerlijk meetsysteem, ruimte en financiering voor duurzame innovaties en vooral een integrale aanpak, met duidelijke regels voor alle uitstoot.


Stikstof zelf is geen probleem

Stikstof (N2) is een kleurloos en reukloos gas en is het hoofdbestanddeel van de lucht dat we inademen. De discussie over stikstof gaat daarom niet over de stof zelf, maar over de uitstoot van de volgende twee soorten stikstofverbindingen: 

  • Stikstofoxiden (NOx): afkomstig van uitlaatgassen in het verkeer en uitstoot van de industrie.
  • Ammoniak (NH3): vooral afkomstig uit verdamping uit mest en voor een deel door uitstoot in de industrie, bouw en verkeer.

Te veel stikstof is een probleem voor de natuur

Het stikstofprobleem gaat over het neerdalen van deze stikstofverbindingen vanuit de lucht in ongeveer 120 van de 161 Natura 2000-gebieden. Dit zijn gebieden die de Nederlandse overheid zelf heeft aangewezen als plekken waar specifieke soorten planten en dieren moeten worden beschermd. Te veel stikstof kan hier zorgen voor vermesting en verzuring, waardoor sommige planten, insecten en vogels uit die gebieden kunnen verdwijnen. En dat gaat in tegen Europese wetgeving. Vandaar dat de Nederlandse overheid verplicht is om in te grijpen.

Hoe zit het dan precies met stikstof en boeren?

De uitstoot van ammoniak komt voornamelijk uit mest. “En dat is dus het probleem met stikstof en boeren”, vertelt Herman Litjens, specialist van ZLTO als het gaat om stikstof. “En we zijn het er allemaal ook wel over eens dat te veel stikstof een negatieve invloed kan hebben op natuur die hier gevoelig voor is. En dat we daarom terug moeten in de emissies.”

Uitstoot door landbouw is al gehalveerd sinds 1990

De discussie over stikstof is niet nieuw en boeren hebben al heel veel gedaan om de emissies omlaag te krijgen. “Veel veehouders hebben geïnvesteerd in moderne stalsystemen met luchtwassers om de uitstoot te minimaliseren. Sinds enkele jaren daalt  ook het aantal stuks vee. . En we injecteren de mest in het land, waardoor de uitstoot enorm afneemt.” Tussen 1990 en 2018 is de uitstoot van ammoniak door de landbouw daardoor meer dan gehalveerd, blijkt uit cijfers van het RIVM.

Plan van de boeren zelf: verlaging met 40%

De boeren zelf kwamen in het voorjaar met een plan om die uitstoot tot 2030 met nog eens 40% te verlagen. Dat voorstel kwam niet alleen van de boeren zelf, maar van alle betrokken partijen: Natuurmonumenten, Natuur & Milieu, LTO Nederland, VNO-NCW, MKB-Nederland en Bouwend Nederland. Het kabinet legde dat voorstel echt naast zich neer.

Waarom zijn de boeren nu zo boos?

Wat boeren vooral boos maakt is het gevoel van onrecht en de onzekerheid over de toekomst.

Een gevoel van onrecht

Litjens: “Dat gevoel van onrecht gaat erom dat boeren door sommige mensen worden weggezet als grote vervuilers. Als een beroepsgroep die lijnrecht tegenover de natuur zou staan. Dat beeld klopt gewoon niet. Ten eerste zijn individuele boeren niet de grootste piekbelasters van stikstof. Dat is de industrie. En daarbij werken boeren juist samen met de natuur om het voedsel te produceren, waar consumenten om vragen.” 

Onzekerheid over de toekomst

Litjens: “Die onzekerheid over de toekomst heeft te maken met de steeds veranderende maatregelen die op het bordje van de boer worden opgestapeld. Het gaat nu over stikstof, maar de regels voor stallen, fosfaat, methaanuitstoot, mest, gewasbescherming en een heleboel andere zaken worden ook telkens weer anders. Een duidelijk toekomstperspectief over wat een boer nu moet doen om over tien of vijftien nog te kunnen bestaan, is er daarom niet. Daar liggen alle boeren ’s nachts wakker van.”

De oplossing: ruimte voor innovatie en een integrale aanpak

Boeren willen vooral weten wat ze nu kunnen doen om over twintig jaar nog steeds aan de regels te voldoen en genoeg inkomen te hebben om van te leven.

Wat is het aandeel van de landbouw in stikstof?

Volgens de officiële cijfers van het RIVM was de landbouw in 2019 voor 40% verantwoordelijk voor de depositie van stikstof in de Natura 2000-gebieden. 

Er is veel discussie over deze cijfers. Het is namelijk best ingewikkeld. Litjens: “Er zijn tal van onzekerheden. Onzekerheden over wat er precies gebeurd in de stal, onzekerheid over hoe ammoniak zich in de lucht gedraagt en ook onzekerheid waar de stikstof uiteindelijk terecht komt. Ammoniak en zeker stikstofoxiden verspreiden zich bovendien over een grote afstand.”

“De cijfers worden gebaseerd op gegevens die boeren en ondernemers aan de overheid moeten aanleveren. Daarnaast wordt een deel van depositie gemeten in de Natura 2000-gebieden. Die data worden met een rekenmodel aan elkaar gekoppeld. En zo komen de officiële cijfers tot stand.”

Kloppen die cijfers wel?

Litjens: “Daar zijn de meningen onder boeren over verdeeld. Als ZLTO gaan we ervan uit dat die cijfers wel ongeveer kloppen voor ons als sector. Maar wat veel belangrijker is: als individuele boer kun je helemaal niets met dat cijfer. Het zegt namelijk niets over wat je als boer zelf uitstoot. En het geeft dus ook geen handelingsperspectief. Als boer krijg je dus wel de schuld, maar geen duidelijke uitleg over wat je kan doen om het op te lossen.”

Wat boeren willen: een eerlijk meetsysteem

Boeren willen worden afgerekend op wat ze echt uitstoten. Volgens Litjens kan dat met een eerlijk meetsysteem. Dat betekent dus de stikstof meten in de lucht op de veehouderij zelf. Dat is duur, maar dan krijg je wel een goed beeld van de uitstoot. Bovendien kun je verschillende soorten verantwoordingssystemen gebruiken, die door een onafhankelijke instantie kunnen worden gecontroleerd. 

  • Afrekenbare stoffenbalans of de Kringloopwijzer
  • Certificeringen

De afrekenbare stoffenbalans als oplossing

Dat is een administratief systeem waarbij boeren precies bijhouden wat de input en de output zijn wat betreft mineralen zoals stikstof. Je weet bijvoorbeeld hoeveel stikstof er in het voer van de dieren zit en hoeveel stikstof de gewassen uit de mest kunnen opnemen. Aan de hand daarvan kun je de lekkage meten, dus hoeveel stikstof er op de boerderij verdwijnt tussen input en output.

Met de kringloopwijzer breng je die stromen van mineralen ook administratief in kaart om de lekkage aan te tonen. Dit lijkt op de methode van de afrekenbare stoffenbalans, maar werkt weer net iets anders. Met beide systemen stimuleer je boeren er een zorgvuldige bedrijfsvoering op na te houden. Door bijvoorbeeld mest slim te injecteren in het land daalt die lekkage van stikstof, luchtwassers bij de stallen helpen ook enorm en je kunt met voer ook 10 tot 20 procent winnen.

Werken met certificeringen

Dit betekent dat je boeren de mogelijkheid geeft om met methodes, producten en technieken te werken waarvan op wetenschappelijke basis is vastgesteld dat ze de uitstoot verlagen. Dit is een beproefde methode, die in sommige gevallen later toch weer werd afgewezen door de rechter. Daarom moet de overheid hier zorgen voor betere certificering, zodat boeren weten waar ze aan toe zijn en met vertrouwen kunnen investeren in innovatie. 

‘Help de landbouw met de duurzame transitie’

Litjens: “Als boeren begrijpen we dat we in een transitie zitten naar een meer duurzame kringlooplandbouw. Daar willen we zelf ook mee aan de slag. Maar dat kan alleen met duidelijke regels en doelen, die niets steeds veranderen. En als we worden afgerekend op wat we zelf doen in de bedrijfsvoering en dat we ondersteuning krijgen om te investeren in innovatie.”

Reageren op dit bericht

Voor jou als lid is het mogelijk om te reageren op dit bericht

Inloggen