Raad van State onzeker over emissienorm twee staltypes

Reduceren emissies

De teleurstellende uitspraak van de Raad van State over de juridische borging van twee emissiearme staltypes is een hard gelag voor boeren die nog geen definitieve Wnb vergunning hebben en deze stalsystemen (willen) toepassen.


Innovatie staat terecht niet ter discussie, maar het is onverteerbaar dat de (on)zekerheid en daarmee juridische borging van een door de overheid goedgekeurde stikstofreductiemaatregel niet op orde blijkt. Voor boeren met een onherroepelijke vergunning heeft de uitspraak op dit moment geen effect, wel kan het een impact hebben op de benodigde stikstofruimte om PAS-melders te legaliseren. De overheid is aan zet om de juridische borging van deze staltypes én verduurzaming in het algemeen op orde te krijgen, zodat het fundament van de Rav-systematiek niet wordt aangetast. Boeren moeten er op kunnen vertrouwen dat innovaties niet alleen doen wat ze beloven, maar dat ze ook juridisch standhouden.

'Boeren horen niet het risico dragen van falende juridische systemen, de overheid is hiervoor verantwoordelijk', zegt Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland. 'Het kan niet zo zijn dat je als boer het slachtoffer wordt van een slechte juridische borging door de overheid van een bepaalde techniek. Voor boeren wiens investering nu onder water staat moet de overheid met een generieke oplossing komen.' 

De Raad van State sprak zich vandaag uit over twee staltypes. De vrees bestaat dit voor meerdere stalsystemen gaat gelden en dat het fundament van het bredere stelsel, de Rav-systematiek, wordt aangetast. De overheid moet zich ten volste inspannen om dat te voorkomen. Innovatie in stalsystemen, één van de belangrijke pijlers onder de verduurzamingsambities, blijft daarmee stevig overeind.

Stalsystemen worden pas toegelaten na een rigoureus wetenschappelijk traject en vaststelling op de zogeheten ‘Rav-lijst’ van het ministerie van I&W. Een ondernemer moet vervolgens, mits het systeem goed wordt toegepast, kunnen vertrouwen dat de boel klopt. De Raad van State geeft aan dat dit voor twee staltypes niet het geval is. Dat betekent dat ondernemers met (plannen voor) deze staltypes, die nog geen onherroepelijke vergunning hebben, nu met lege handen staan. Hier zitten ook PAS-melders tussen, bij wie de overheid de wettelijke en morele taak heeft hen te legaliseren. Die opgave wordt hiermee mogelijk groter. Voor deze brede groep getroffen ondernemers moet een generieke oplossing komen, zij mogen niet het slachtoffer worden van een falend juridisch systeem.

De uitspraak van de Raad van State is teleurstellend maar komt, na eerdere wetenschappelijke discussies, niet geheel als donderslag bij heldere hemel.

De vraag is dus wat de overheid in de tussentijd heeft gedaan om stikstofreducties wetenschappelijk en juridisch beter te (gaan) borgen, ook naar aanleiding van oproepen in de Tweede Kamer om onzekerheden van innovaties op de RAV-lijst weg te nemen. Daar moet meer inzet opgeleverd worden.

'De Raad van State geeft ruimte voor een betere borgingssystematiek: monitorings- en managementprotocollen', zegt Trienke Elshof. 'Goed meten, onderhoudscontracten, duidelijke en goede beschrijvingen en voorwaarden over hoe de techniek optimaal werkt kunnen helpen om de beloofde stikstofreducties voldoende te waarborgen. Ook zou de robuustheid van de techniek – functioneert de techniek echt in de praktijk – een rol moeten spelen bij de beoordeling. Innovatie staat niet ter discussie, deze uitspraak over de norm van eerste generatie innovaties heeft ook geen directe impact op andere technieken op de RAV-lijst. Wél moeten de ministeries van LNV en I&W aan de slag om te voorkomen dat het fundament van de RAV systematiek helemaal onderuit gaat. Dat is nodig om innovatie en verduurzaming te versnellen, zoals ondersteund door LTO Nederland en andere veehouderij-organisaties.' 

Het beweiden van koeien, waar door milieuactivisten ook tegen wordt geprocedeerd, was geen onderdeel van de uitspraken die de Raad van State vandaag werden gedaan. Dit wordt in het laatste kwartaal van 2022 verwacht.

Effect op het Brabantse stallenbeleid – Reactie ZLTO

Gezien de motivering van de uitspraak van RvS is de kans aanwezig dat dit niet alleen gevolgen gaat hebben voor deze stalsystemen maar mogelijk ook voor anderen. Arno van Son, portefeuillehouder RO ZLTO: 'We zijn erg teleurgesteld in de uitspraak van de Raad van State. Wij geloven in innovatie en zien het als een belangrijk instrument om onze emissiedoelen te halen. Het is daarom van het grootste belang dat de overheid de borgingsystematiek zo snel mogelijk op orde krijgt. In het licht van deze uitspraak is het onacceptabel om als provincie van de Brabantse veehouders te eisen dat ze op korte termijn fors investeren in stalsystemen die de rechter te onbetrouwbaar vindt. We doen daarom nogmaals een dringende oproep aan de Provincie Noord-Brabant om de deadline van 1 januari 2024 uit te stellen.'

Reageren op dit bericht

Voor jou als lid is het mogelijk om te reageren op dit bericht

Inloggen