Kringlooplandbouw is een nieuwe manier van boeren waarin niets wordt verspild en alle reststromen worden hergebruikt. Dat leidt tot minder impact op klimaat en milieu. Iedereen in Nederland lijkt voorstander van kringlooplandbouw. Maar al die voorstanders verschillen van mening over hoe dit in de praktijk zou moeten werken en wat daar voor nodig is. We zetten de feiten op een rij.
Wat is kringlooplandbouw?
Kringlooplandbouw (ook wel circulaire landbouw) is een containerbegrip voor allerlei vormen van landbouw. Het draait allemaal om het idee van een gesloten kringloop van grondstoffen, nutriënten en energie. Dat betekent dat alles dat door het landbouwsysteem wordt gebruikt, vanuit datzelfde systeem weer wordt aangevuld. Dat kan gelden voor voedingsstoffen in veevoer zoals stikstof, maar bijvoorbeeld ook voor energie en water. In theorie is alles dan in balans: bijna niets gaat verloren en vrijwel alles wordt hergebruikt.
Een gesloten kringloop: een voorbeeld
- In de bodem zitten voedingstoffen
- Een plant gebruikt de voedingstoffen uit de bodem om te groeien
- Een varken eet die plant en zet dat om in vlees en mest
- De mest wordt gebruikt als voedingstof voor de bodem
In Nederland werken veel boeren met precisiebemesting. Door onder de juiste weersomstandigheden precies genoeg mest te injecteren, zorgen ze zo voor minimale emissies naar grond, lucht en oppervlaktewater.
Dit circulaire systeem is verder uit te breiden met bijvoorbeeld een mestvergister. Die haalt duurzame energie uit de mest in de vorm van biogas. Zo wordt ook meteen de uitstoot van het broeikasgas methaan wordt aangepakt.
Kringlooplandbouw: de voordelen
Op papier lijkt kringlooplandbouw een ideale oplossing met alleen maar voordelen voor het milieu, het klimaat en ook dierenwelzijn.
- Door een gezonde bodem is en precisiebemesting met dierlijke mest is er minder kunstmest en gewasbescherming nodig
- Er is minder verspilling van grondstoffen en nutriënten
- Er is minder uitstoot van broeikasgassen
- Er wordt energie opgewekt
- De leefomstandigheden van dieren zijn beter door moderne stallen en meer weidegang
Vaak gezien als dé toekomst van de landbouw
In theorie zijn er alleen maar voordelen. Vandaar ook dat vrijwel iedereen er enthousiast over is: van politici tot natuurbeschermers en van boeren tot burgers. Voor velen is dit het landbouwsysteem van de toekomst en daarom zien we de term kringlooplandbouw ook vaak terug in beleidsstukken.
Hoe werkt kringlooplandbouw in de praktijk?
In de praktijk betekent kringlooplandbouw dat iedereen zo circulair mogelijk denkt en handelt. Kortom: bij iedereen moet tussen de oren komen dat afval niet meer bestaat. Dat we alle onvermijdbare reststromen weer hergebruiken als grondstof of hulpstof.
Ton van Korven, specialist bij ZLTO: “Dat betekent bijvoorbeeld dat we mest niet meer zien als een reststroom, die we moeten afvoeren, maar puur als een grondstof voor akkerbouw en/of voor de opwekking van energie in de vorm van groen gas. Dat vraagt omdenken van boeren, maar ook van de overheid die nieuwe regels moet maken. En als burger betekent dit bijvoorbeeld dat je je dan aansluit bij zo’n lokale energiecorporatie van boeren.”
Alles gebruiken: boeren passen dat principe al toe
Van alle economische sectoren in de Nederlandse samenleving is de landbouw een voorloper in het circulaire denken. “Neem de varkenshouderij als voorbeeld. Varkens eten voor een deel onze reststromen op uit de voedingsindustrie. Bovendien gebruiken we alles van dat dier. Varkensboeren leveren niet alleen voedselproducten, maar bijvoorbeeld ook de grondstoffen voor leer, insuline en lippenstift.”
De kringloop liefst zo lokaal mogelijk
In de discussie over kringlooplandbouw gaat het vaak ook over het principe dat de kringloop zo lokaal mogelijk is en zo ver als nodig. Dus bijvoorbeeld dat de mest die veehouders produceren door akkerbouwers in de directe omgeving wordt gebruikt. Maar ook dat het voedsel dat boeren produceren door consumenten uit de buurt wordt gekocht. Zo is er zo weinig mogelijk verspilling, zo min mogelijk transport en wordt alles dus optimaal hergebruikt.”
Boeren kunnen het niet alleen oplossen
Het principe van kringlooplandbouw in zijn geheel vertalen naar de praktijk is niet iets wat boeren alleen kunnen. “Er is een complete systeemverandering voor nodig”, zegt Van Korven. “Niet alleen boeren, de landbouw en de rest van het voedselsysteem moeten veranderen, maar iedereen moet veranderen. En niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld. Van wereldleiders tot jij en ik als consument.”
Kan alleen als onderdeel van een circulaire economie
Kringlooplandbouw kan alleen goed werken als onderdeel van een bredere circulaire economie, waarin alle bedrijfssectoren circulair gaan werken. “Het is namelijk voor vrijwel geen enkele sector mogelijk om zelf een kringloop helemaal te sluiten. We kunnen de afvalstromen wel minimaliseren en vooral elkaars afval hergebruiken.”
Hoe nu verder met kringlooplandbouw? Integrale aanpak nodig
Om kringlooplandbouw in de praktijk te brengen, is volgens Van Korven vooral nodig dat er een integrale aanpak komt. “Iedereen moet beter gaan samenwerken en zijn steentje bijdragen om de grondstoffen te hergebruiken en meer regionaal samen te werken. Dus van de veevoerfabrikanten en kunstmestproducenten tot de overheid en supermarkten.”
“Sommige dingen kunnen we al snel oppakken. Neem het beter inzetten van mest. Als we dat gaan doen, worden we veel minder afhankelijk van kunstmest. Maar dan moeten de regels in de Europese Unie daar wel op worden aangepast. Nu zit er namelijk een limiet op hoeveel dierlijke mest je mag uitrijden. De rest moet je aanvullen met kunstmest. Dat is contraproductief voor een circulaire landbouw. Zo hebben we te maken met allerlei systeemfouten, die de transitie in de weg zitten.”
Nieuwe rol voor de boer
Uiteindelijk zal de rol van boeren veranderen in de maatschappij. “Daar hoort ook een nieuw verdienmodel bij. Nu halen ze hun inkomen vaak volledig uit voedselproductie. En dat systeem werkt heel goed, laten we dat niet vergeten. We hebben goed en genoeg betaalbaar voedsel, dankzij onze boeren. Maar boeren kunnen nog veel meer. In Scandinavië worden ze bijvoorbeeld al betaald voor natuurbeheer. Dat kan hier ook. Ze gaan energie opwekken, maar via agroforestry ook grondstoffen leveren voor de bouw. En vergeet niet dat veel boeren werken met cliënten uit de zorg en geld verdienen met toerisme.”
Boeren hebben de oplossing
Van Korven: “Het belangrijkste wat je moet onthouden in deze discussie over een duurzame toekomst en kringlooplandbouw is dat boeren van waarde zijn voor de maatschappij. Niet alleen vanwege het voedsel dat ze produceren, maar ook vanwege al die andere diensten. Die rol zal alleen maar groter worden.”
“De bodem die boeren beheren speelt daarin een sleutelrol. Nu betalen we boeren alleen om daarmee voeding te maken. Maar met slim bodembeheer kun je ook extra CO2 vastleggen in die bodem. Dat doen ze door gras of gewassen te laten groeien. Deze planten nemen CO2 op en zetten die om in koolstof en zuurstof. Een deel van die koolstof blijft daarna in de bodem zitten. Zo kunnen boeren dus bijdragen aan de oplossing van het klimaatprobleem en sluiten ze voor een deel de kringloop van andere economische sectoren. In Noord-Brabant zijn er al projecten waar boeren dit tegen betaling doen. Die initiatieven geven boeren en de maatschappij perspectief.”