Juridische verkenning bufferstroken

ps-0811-escharen-akkerrand--biodiversiteit

Onze leden maken zich terecht veel zorgen over de invoering van bufferstroken in het kader van het Zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn en de derogatiebeschikking. Het gevoel dat met deze generieke maatregel onrecht wordt aangedaan, heerst breed. Zeker als in ogenschouw wordt genomen dat de bijdrage van bufferstroken aan het bereiken van milieudoelen relatief gering is. Maar gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende dingen…


LTO Akkerbouw en vollegrondsgroente heeft Hekkelman Advocaten daarom gevraagd om een juridische verkenning op te stellen naar de vraag of sprake is van een “individuele en buitensporige last”, in welk geval schadevergoeding of compensatie aan de orde zou kunnen zijn. De resultaten van de verkenning zijn deze week besproken. Helaas moeten wij constateren dat het nemen van juridische stappen tegen de invoering van bufferstroken geen begaanbare weg is, althans niet een route met een redelijke kans op succes.

Ook hebben we juridisch getoetst of er via een andere route schade kan worden verhaald, namelijk via de band van het vertrouwensbeginsel. Bijvoorbeeld in het geval van een bollenteler die na de mededeling van de Minister van LNV van 2 december 2022 (waarin uitstel van de bufferstroken werd aangekondigd tot 1 januari 2024) op de bufferstrook al bollen heeft geplant. Kan hij dan schade claimen wegens schending van het vertrouwensbeginsel? Ook deze route blijkt helaas juridisch gezien niet kansrijk te zijn.

Paul Bodden van Hekkelman Advocaten: “Het komt erop neer dat de gevolgen van milieumaatregelen die ingegeven zijn door een Europese richtlijn meestal voor risico van de ondernemer komen. Slechts in een bijzonder individueel geval zou de vlag er anders bij kunnen hangen. Gedacht kan worden aan een uitzonderlijke situatie waarbij naast schade sprake is van een bijzondere omstandigheid aan de zijde van de ondernemer. Daar zijn voorbeelden van in de jurisprudentie, bijvoorbeeld bij procedures over varkensrechten en fosfaatrechten, wanneer de veehouder op de voor de toekenning van de rechten relevante referentiedatum vanwege ziekte minder dieren hield. Meestal speelt zo’n bijzondere individuele omstandigheid echter niet en als deze wel aan de orde is, is het allerminst een sinecure om de schade op de Staat te verhalen.”

Tineke de Vries, voorzitter van LTO-vakgroep akkerbouw en vollegrondsgroenten: “Als we deze realiteit onder ogen zien, dan is het nu zaak om zo snel mogelijk een doorkijk te maken naar het Achtste Actieprogramma Nitraatrichtlijn en ons in te spannen om samen met LNV een plan te maken waarin we de doelen voor waterkwaliteit halen (mits realistisch uiteraard) en waarin we gaan werken met instrumenten waarmee we als ondernemers zelf op doelen kunnen sturen in plaats van met generieke maatregelen. Dit proberen we nu via het Landbouwakkoord te realiseren.”