Column: de stip op de horizon

Arno van Son column
Arno van Son, bestuurder ZLTO

Er komt de laatste tijd veel op de sector af. Ontwikkelingen die zorgen voor de nodige (kop)zorgen. De sector die al zo veel stappen heeft gezet, blijft maar in de hoek waar de klappen vallen.


Ook voor de komende maanden staan er weer belangrijke ontwikkelingen op stapel die impact hebben op de toekomst van onze sector. Denk aan de landelijke quickscans natuurdoelanalyse in mei; in juni komt de minister met een schets over het toekomstperspectief van de landbouw en direct na de zomer worden de doelen per regio concreet uitgewerkt, waarbij ook de klimaatdoelen aan de opgaven worden toegevoegd. Dit alles vormt de basis voor het gebiedsplan van de provincie dat in de zomer 2023 klaar moet zijn.

Tegelijkertijd wordt er juridisch aan de stoelpoten gezaagd van het huidige beleid en zakt men dieper en dieper in het stikstofmoeras. De druk neemt steeds verder toe. In Brabant zijn we daarnaast nog opgezadeld met een onhaalbaar stallenbeleid dat dit alles doorkruist.

Tussen al deze ontwikkelingen door lopen ook nog diverse GGA-trajecten. Enerzijds door de provincie in het kader van N2000-opgaven, maar ook door de waterschappen in het kader van de Kaderrichtlijn Water. Elk met zijn eigen doelen, opgaven en tijdslijnen. Eén ding hebben ze allemaal gemeen: de boer is de spil in het geheel en zal in de ogen van velen moeten leveren. Vanuit deze partijen die iets willen van de boer mis ik echter de haalbare en realistische stip op de horizon.

Wanneer zijn we tevreden? Alles bij elkaar is het nu meer een getrapte vorm van landjepik zonder duidelijk toekomstperspectief.

Onze boeren zijn de afgelopen jaren als geen ander in staat geweest zich aan te passen. Het is tijd dat partijen dit gaan waarderen in de vorm van een gedegen langetermijntoekomstperspectief van meer dan tien jaar en geen bestuurlijk perspectief van slechts vier jaar!

Reageren op dit bericht

Voor jou als lid is het mogelijk om te reageren op dit bericht

Inloggen