2023 benutten als overgangsjaar

joris-baecke
Joris Baecke, bestuurder ZLTO

De herfst is aangebroken. Het is minder lang licht, maar de werkdagen worden niet korter. Er moet nog veel worden geoogst, bewerkt en gezaaid. De bouwplannen voor 2023 zijn grotendeels rond. Er zijn afspraken gemaakt voor ruil-, huur- of pachtgrond, de afzet is besproken en zaai- en plantgoed, kunstmest en organische mest zijn besteld.


Boeren en tuinders zijn het gewend om vooruit te plannen, dat hoort bij het ritme van de land- en tuinbouw en de natuur. Zo niet onze overheid. Het is nog steeds niet duidelijk hoe het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), de derogatie, het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn en de maatwerkaanpak die daarbij hoort eruit gaan zien.

We wachten nog op een hele reeks details die invloed hebben op hoe wij als boeren en tuinders werken, ons bouwplan en onze percelen inrichten en afspraken maken. Het beleid zou officieel in moeten gaan op 1 januari 2023, maar om het aan te laten sluiten bij de landbouwpraktijk had het dus al voor het zomerreces bekend moeten zijn.

Er zullen wel pogingen tot verklaringen zijn waardoor het zo lang moet duren bij onze overheid, maar daar kunnen wij als boeren en tuinders niet de gevolgen van dragen. Het kan niet anders dan dat alles wat nu nog niet vaststaat maar wel invloed heeft op de inrichting van bouwplannen en percelen, zowel voor het GLB als voor het mestbeleid, moet worden doorgeschoven naar 2024.

Hierdoor kan 2023 worden benut als overgangsjaar om een samenhangender beleid in te richten. En om te zorgen voor een aanpak die echt bijdraagt aan een verbetering van de waterkwaliteit waar dat nodig is.

Joris Baecke,

Bestuurder ZLTO

Reageren op dit bericht

Voor jou als lid is het mogelijk om te reageren op dit bericht

Inloggen