1 oktober: Dag van Kalenderlandbouw

zlto-2520--2520a.h.-2520scheepers-179280

Laatst bedacht ik het volgende. Stel dat uw dochter drie maanden in verwachting is en in het ziekenhuis wil bevallen. Ze gaat naar het ziekenhuis toe en vraagt of ze daar tegen die tijd terechtkan. De medewerker zegt dat het kan: over precies zes maanden is er een kamer vrij. ‘Ik reserveer voor u kamer 3.04 op 19 november om 15.35 uur.’


Het ziekenhuis heeft gelijk. Volgens de kalender is uw dochter dan uitgerekend, maar is het verstandig om nu al een kamer te reserveren? Toch is dit de denkwijze die het ministerie van LNV hanteert als het gaat om de ‘geboorte’ van gewassen. Die moeten voor 1 oktober van het land zijn. Volgroeid of niet.

Vergeef me mijn sarcasme, maar na alle wet- en regelgeving die er de afgelopen jaren op ons is afgekomen, is deze vorm van oogstregulering weer een nieuw dieptepunt. Johan Remkes had het nog zo gezegd: ‘Overheid, er liggen grote uitdagingen, ga nou samenwerken met de boeren.’

Gisteren had ik een adviseur van Arvalis op bezoek om mij te helpen met de Gecombineerde opgave. Ooit lukte het mij en mijn vrouw om deze klus zelf in twee uurtjes te klaren. De specialist van Arvalis had er vijf uur voor nodig. Hij vroeg mij: ‘Weet je hoeveel percelen je hebt?’ Mijn schatting was een stuk of 50. ‘Mis’, zei hij, ‘178 percelen.’

Persoonlijk word ik bedroefd van dit soort regeltjes. Kalenderlandbouw, grootvee-eenheden per hectare en nog wat kantoorbedenksels dragen niet bij aan de maatschappelijke doelen waar agrariërs al lang van zijn doordrongen: deze aardbol op een verantwoorde manier doorgeven aan de volgende generatie.

Een star oogstregime werkt averechts. Kalenderlandbouw is een teken aan de wand voor het stroef verlopende Landbouwakkoord. Vertrouwen is kennelijk een te zware opgave voor de overheid. Zo zwemmen we alleen maar dieper onze eigen wet- en regelgevingsfuik in. Hoog tijd om Remkes terug te roepen.