Stikstof en landbouw: grond voor voedselproductie onder druk

Header website_0000s_0015_Algemeen boerderij stal koeienstal

Door de stikstofaanpak en de overige overheidsdoelen staat de inrichting van het landelijk gebied ter discussie. Landbouwgrond lijkt daarin ruimte te moeten maken voor natuur, woningbouw en andere infrastructuur. Maar is dat wel altijd nodig en verstandig? We zetten de achtergronden op een rij.


Stikstof en landbouw: het probleem

Het probleem met stikstof en landbouw is in een paar zinnen uit te leggen. Uit de mest van vee kan ammoniak ontsnappen. Dit gas, de stikstofverbinding NH3, kan belanden in nabijgelegen natuurgebieden. Te veel stikstof kan hier zorgen voor vermesting en verzuring, waardoor sommige planten, insecten en vogels uit die gebieden kunnen verdwijnen. En dat gaat in tegen Europese wetgeving. Een ander belangrijk knelpunt is dat natuur leidt onder verdroging. Vandaar dat de Nederlandse overheid verplicht is om in te grijpen.

De stikstofaanpak: herindelen landelijk gebied

Om het stikstofprobleem en natuurherstel aan te pakken, kijken de landelijke overheid en de provincies vooral naar de inrichting van het landelijk gebied met een gebiedsgerichte aanpak. Rondom natuurgebieden moeten overgangszones komen, waar geen  intensieve landbouw kan plaatsvinden. Niet alleen om te voorkomen dat er stikstof neerdaalt in die gebieden, maar ook bijvoorbeeld omdat het grondwaterpeil omhoog gaat en er nagedacht wordt om het beregenen in te beperken., waardoor veel soorten teelt niet meer mogelijk is. Daarnaast staat landbouwgrond onder druk om ruimte te maken voor woningen. 

Het gevolg: steeds minder ruimte voor landbouw

Door de aanpak van stikstof en de landbouw is er naar verwachting in de toekomst dus steeds minder ruimte voor de landbouw. “En er is met name minder ruimte voor intensieve landbouw rond natuurgebieden", zegt Herman Litjens, belangenbehartiger omgevingsbeleid bij ZLTO. “Dan gaat het al snel om 10 tot 20 procent van alle landbouwgrond in Nederland”

Kiezen voor natuur of landbouw?

Tot nu toe is het vaak gebruikelijk voor een gebied één functie aan te wijzen. Litjens: “Dan is het de keuze voor natuur of voor landbouw. Terwijl je ook voor beide zou kunnen kiezen. In die bufferzones kan bijvoorbeeld wel kruidenrijk gras, maïs of lisdodde worden verbouwd. Die gewassen zijn beter te combineren met een hogere grondwaterstand. Ook dat maakt het niet vanzelfsprekend dat er landbouw  mogelijk is in directe omgeving van een natuurgebied. Maar door te kijken naar wat wél kan, is er veel mogelijk.” 

“ZLTO vindt dat de keuze aan de boer is hoe hij inspeelt op de beperkingen. De grond is immers in eigen bezit. Als er beperkingen op het grondgebruik komen, heeft dat grote gevolgen voor het inkomen van de boer, daarom is het belangrijk dat er een eerlijke vergoeding komt. Of dat er op een andere plek grond wordt aangeboden. Het is belangrijk dat grond voor voedselproductie beschermd wordt. Bovendien kunnen ook technische innovaties een uitkomst bieden zoals bijvoorbeeld bij het waterbeheer om functies te combineren.”

Meer ruimte voor extensieve landbouw

Die aanpak zorgt ervoor dat er meer ruimte komt voor extensieve landbouw. “Denk dan aan  kringlooplandbouw, meer natuurinclusieve landbouw en biologische landbouw”, zegt Litjens. “Allemaal vormen van duurzame landbouw waar boeren best op willen overstappen, maar op dit moment vaak niet goed mogelijk is. Dat komt omdat voor al die vormen van landbouw veel meer landbouwgrond nodig is om dezelfde opbrengst te krijgen. Tot wel twee keer zoveel. Die extra ruimte voor voedselproductie is er op dit moment niet. Tenzij we functies zoals natuur en landbouw meer met elkaar gaan combineren.”

Kosten omhoog - nieuw verdienmodel nodig

Extensieve landbouw kost boeren dus meer, maar vaak kunnen ze niet een hogere prijs vragen voor hun producten. “Daarom is het belangrijk dat daar een oplossing voor komt”, zegt Litjens. “Er zijn al een paar initiatieven waar boeren worden betaald voor zogenaamde groene- en blauwe diensten. Dus voor natuurbeheer en waterbeheer. Dat is één manier om te zorgen voor een nieuw verdienmodel. Daarnaast kun je denken aan afspraken met supermarkten en andere ketenpartners voor keurmerken, waardoor klanten meer gaan betalen voor producten uit dit soort gebieden. Maar de vraag is natuurlijk of mensen daartoe bereid zijn. De markt voor biologische producten is op dit moment al verzadigd bijvoorbeeld, dus dat is best een lastige puzzel.”

Ook ruimte nodig voor voedselproductie

Nederland is gidsland als het gaat om  precisielandbouw en efficiënte voedselproductie. "Bovendien zijn we voor de ons omringende landen een belangrijke leverancier van hoogwaardige voedselproducten”, zegt Litjens. “Voor het waarborgen van  voedselzekerheid is het belangrijk dat we die positie behouden. Daarom is het van belang dat we ook ruimte blijven houden in Nederland voor meer intensieve vormen van landbouw.”

Een nieuw soort ruilverkaveling

De puzzel waar de landelijke en de provinciale overheid voor staat, is om het landelijk gebied op een nieuwe, slimme manier in te richten. Litjens: “Waar je aan moet denken is een nieuw soort ruilverkaveling, waarbij je ruimte maakt voor extensieve landbouwvormen in de buurt van natuur. En op zoek gaat naar plekken waar intensieve landbouw mogelijk is. Tegelijkertijd is het goed om te kijken wat er mogelijk is wat betreft landbouwvormen rondom woongebieden. Je ziet op dit moment al veel onder agrarische ondernemers in de buurt van dorpen en steden dat ze naast voedselproductie ook een boerderijwinkel ,een  zorgboerderij of een andere vorm van recreatie of horeca hebben.”