Vraag en antwoord veehouderij Noord-Brabant

Verordening Natuurbescherming

Stalderen

Verordening Natuurbescherming

Wat zijn oudere stallen?

De Provincie vindt de emissie-reducerende techniek oud als deze 15 jaar (kippen, varkens, geiten, konijnen of 20 jaar (melkvee, kalveren, vleesvee) oud zijn. Dat betekent dat stallen uit 2009 of eerder in 2024 aangepast moeten zijn aan de beste techniek. De provincie baseert dit jaartal op de afschrijvingstermijn van deze technieken. Omdat de afschrijvingstermijn voor vloeren in melkveestallen en kalverenstallen 20 jaar bedraagt, geldt voor alle rundveecategorieën een overgangstermijn van 20 jaar. Een stal voor rundvee uit 2007 moet dus in 2027 aangepast worden. Een varkensstal uit 2007 moet in 2024 aangepast zijn.

Hoe lang kunnen bedrijven wachten met het indienen van een vergunning?

Oudere stallen moeten voor 1 januari 2024 aangepast zijn. Er is geen verplichte datum meer dat je je vergunning moet aanvragen. Het blijft overigens verstandig om dat minimaal voor 1 januari 2023 te doen. Provincie geeft namelijk dan de garantie dat de eisen tijdens de vergunningprocedure niet aangescherpt worden. Vraag je het later aan dan is die garantie er niet. Wil je het aanpassen van de stallen combineren met een bedrijfsuitbreiding dan is het verstandig om nog eerder met de procedure te beginnen.

Moeten alle stallen aangepast worden of kan er intern gesaldeerd worden?

Ja, er kan intern gesaldeerd worden. Je kunt dus kiezen voor een bedrijfsplafond in plaats van een stalplafond. Voor veel diercategorieën worden de eisen in de loop van de jaren strenger. Je moet dan er wel voor zorgen dat je steeds aan het bedrijfsplafond voldoet. Hieronder zijn voorbeelden uitgewerkt

De eis voor varkenshouders verandert niet. De reductie is nu 85 % en dat is ook nog steeds in 2028 zo. Een varkenshouder heeft drie stallen één traditioneel, de tweede met een schuine wand. Deze stallen zijn allebei ouder dan 15 jaar. Een derde stal is definitief vergund in  2012  met een  luchtwasser van  85 % ammoniakreductie. Boer kiest ervoor om traditionele stal aan te passen met een chemische luchtwasser van  95 %. Hij komt gemiddeld over de drie stallen uit op 85 % reductie per dier. Bedrijf is daarmee klaar en hoeft zijn stal met schuine wand niet meer aan te passen, ook niet in 2028.

Bij veel andere diersoorten (pluimvee, melkvee, kalveren, geiten, konijnen) worden de eisen tot 2028 strenger. Bij kalveren bijvoorbeeld is de eis tot 1 januari 2024 50 % reductie. Van 1 januari 2024 tot 1 januari 2028 is 70 % reductie vereist en na 1 januari 2028 is het 85 % reductie. Als bedrijf intern wil salderen, moet het bedrijf op 1 januari 2024 gemiddeld 70 % reductie halen en in 2028 gemiddeld 85 % reductie. Dat betekent dat je binnen een paar jaar weer moet investeren of nu al dusdanige technieken toe moet passen dat je gemiddeld al op het reductiepercentage van 85 % zit.

Zijn stallen uit 2008, 2009 gevrijwaard tot 2028?

Nee, ieder jaar schuift de 15 jaarstermijn op. Stallen uit 2009 moeten in 2024 voldoen aan de dan geldend norm voor nieuwe stallen. Na 15 jaar moet je opnieuw investeren in een emissie reducerende techniek, als je niet voldoet aan de norm van dat moment. Een stal uit 2017 moet in 2032  aangepast worden.

Voor rundveestallen (inclusief kalveren) geldt hetzelfde principe maar is de overgangstermijn 20 jaar. Een stal uit 2013 moet in 2033 aangepast zijn.

Wat is de peildatum van een oude stal?

De peildatum is het moment waarop de omgevingsvergunning milieu onherroepelijk is geworden en bij melding plichtige bedrijven toen de melding is gedaan. Of de stal 2 of 3 jaar later pas gebouwd is doet niet ter zake.

Zijn er uitzonderingen voor biologische veehouderij?

Ja maar niet voor alle deelsectoren, biologische varkensbedrijven, geiten, roodvlees en het jongvee bij melkvee hoeven hun stallen niet aan te passen. Voor biologische varkens bedrijven geldt wel een streefreductie van 40%. Biologische kippenbedrijven en ook biologisch melkveebedrijven moeten hun stal voor melkvee wel aanpassent.

Er geldt nu sinds november 2020 ook een uitzondering voor natuurinclusieve bedrijven. Belangrijkste eis is dat ze een lagere veebezetting moeten hebben dan 2 GVE. Daarnaast moeten ze een paar extra maatregelen nemen op het gebied van natuurinclusiviteit. Die maatregelen zijn terug te vinden in de kennismatrix van CLM.

Wat zijn de eisen voor de bedrijven die nu meedoen met de stoppersregeling bij varkens- en pluimveehouderij?

De bedrijven waren verplicht om te stoppen op 1 januari 2020. Als deze bedrijven besluiten als nog door te gaan moeten alle stallen aangepast worden aan de norm die geldt. Ze krijgen niet de ruimte om dit pas in 2024 te realiseren en moeten dus per direct voldoen aan de regels.

Nog niet alle technieken die de Provincie Noord Brabant vraagt zijn erkend door het Ministerie van IenM en staan op de RAV lijst?

Geiten, konijnen en kalverenbedrijven kunnen luchtwassers toepassen die staan op de RAV lijst. Voor jongvee en vleesvee zijn er nog geen systemen erkend. Volgens de provincie kan bij jongvee de vloersystemen uit de melkveehouderij gebruikt worden. De Provincie erkent dat nog niet alle technieken op de RAV lijst staan maar dat veehouders deze technieken gewoon kunnen toepassen omdat ze met deze betere techniek voldoen aan de landelijke norm van het besluit huisvesting.

Veel sectoren worden gedwongen om luchtwassers toe te passen. De provincie is toch voor een aanpak aan de bron.

Ja daar zijn ze voor, ze ondersteunen ook een aantal projecten op dat gebied. De Provincie gaat er zelf vanuit dat er op tijd voldoende alternatieve systemen beschikbaar zijn. ZLTO twijfelt daar zeer sterk aan. In Provinciale Staten is afgesproken dat daar dit jaar (2021) nog wel over gesproken wordt of systemen wel op tijd beschikbaar zijn.

Mogen er ook managementmaatregelen en eenvoudigere technieken toegepast worden?

Als de maatregelen erkend zijn mogen ze worden toegepast om de vastgestelde reducties te behalen. Erkende maatregelen zijn maatregelen die staan op de RAV-lijst.

Waarom werkt ZLTO mee aan projecten van de provincie op het gebied van emissiearme stallen? ZLTO is toch tegen het beleid?

Voor het draagvlak voor de veehouderij in de toekomst is het belangrijk dat de impact op de omgeving (geur, fijn stof en ammoniak) afnemen. ZLTO is er daarom voor dat er nieuwe systemen komen in de veehouderij die de emissies verlagen. Ook onze voorkeur gaat uit naar de aanpak van emissies bij de bron. Wij vinden nog steeds dat de stalaanpassingen pas in 2028 hadden hoeven plaatsvinden. Dan lopen we nog steeds voorop ten opzichte van de rest van Nederland.

Hoe staat het met de juridische procedure?

ZLTO is tegen het beleid om bestaande stallen al in 2024 aan te passen. De ZLTO voert daar samen met aantal leden daar ook een juridische procedure voor. De rechter heeft inmiddels uitspraak gedaan en aangegeven dat de provincie de maatregelen mocht doorvoeren, maar dat ze wel beter moesten bekijken of individuele bedrijven niet disproportioneel geraakt werden. Zeker bij bedrijven waar de depositiewinst klein is en de investeringen hoog. Bezien wordt of het zinvol en kansrijk is om bij een aantal van deze deelnemende individuele bedrijven disproportionaliteit aan te tonen en dit voor te leggen bij deze rechter.

Ik vind dat ik disproportioneel geraakt wordt door de provincie. Kan ik nog meedoen met de rechtszaak? 

Nee dat kan niet, dan moet er een nieuwe rechtszaak gestart worden. De eerste stap is dat er een hardheidsclausule bij de provincie aangevraagd wordt om uitgezonderd te worden van het aanpassen van de stallen. Dan kan ook worden bezien of provincie in de praktijk hardheidsclausules toepast voor bedrijven die disproportioneel geraakt worden.

Stalderen

Wat is stalderen?

Per 7 juli 2017 wordt stalderen ingevoerd. Stalderen betekent dat voor iedere m2 stal die uitgebreid wordt er 1,2 m2 gesloopt of 2 m2 herbestemd moet worden. Verder worden er zes gebieden aangewezen. Je mag deze m2 alleen halen uit het gebied waar je zelf zit. In West Brabant gelden geen stalderingsregels. De vierkante meters zijn vrij verhandelbaar. Belangrijke voorwaarde is dat stallen gesloopt moeten zijn en/of de locatie herbestemd moet zijn om de staldering rond te kunnen zetten.

Gelden de stalderingsregels voor iedere sector?

Nee niet voor melkvee, schapen, nertsen paarden gelden de stalderingsregels niet. Zij hoeven niet te stalderen als ze uit willen breiden maar er kan ook niet met deze stallen gestaldeerd worden.

Mag er gestaldeerd worden met andere diercategorieën?

Ja, als pluimveehouder mag je uitbreiden met m2 stallen varkens, geiten of kalveren en omgekeerd, maar niet met nertsen, melkvee, schapen en paarden.

Met welke stallen mag er gesaldeerd worden?

Met stallen die voorafgaand aan 17 maart 2017 drie onafgebroken jaren gebruikt zijn om dieren in te huisvesten. Met lege stallen en met gebouwen waar geen dieren in gehuisvest zijn kan niet gestaldeerd worden.

Moeten de stallen vol hebben gestaan?

De stallen hoeven niet vol te hebben gestaan. Maar bedrijven die mee doen aan de stoppersregeling en daardoor minder dieren hebben gehouden kunnen slechts gedeeltelijk meedoen.  Een bedrijf met 1000 m2 en 1000 dierplaatsen maar in het kader van stoppersregeling er 500 gehouden heeft mag voor 500 m2 meedoen.

Moet ik ook stalderen als ik alleen uitbreid in m2 en niet in dieren?

Ja, dan moet je ook stalderen. 

Waarom gelden deze regels niet voor melkvee, paarden, schapen en nertsen?

Het argument dat de Provincie Noord Brabant hanteert is dat er bij deze sectoren veel minder sprake is van een sterke concentratie van bedrijven en aantallen dieren. Bovendien zorgt de landelijke fosfaatwetgeving ervoor dat de concentratie van melkvee niet verder toeneemt. Daarnaast speelt nog het volgende element, veel melkveestallen staan half leeg. De zorg bij de Provincie Noord Brabant was dat vooral varkens- en pluimveehouders de m2 vrijkomende stallen zouden gaan gebruiken. Met als gevolg dat de concentratie nog verder toe zou nemen. De nertsensector wordt niet meegenomen door de Provincie om dat deze sector begin 2021 is verboden. Ze willen niet dat stalruimte voor deze dieren ingeruild kan worden voor andere dieren.

Waarom voert Provincie stalderen in?

De afgelopen jaren concentreert de veehouderij in Noord-Brabant zich in die gebieden waar al een sterke sector aanwezig is. Dit geldt voor Oost- en ZuidOost- Brabant en in sommige delen van de Kempen. Met deze stalderingsregels denkt de provincie een verdere concentratie te voorkomen. Door 1,1 m2 sloop of herbestemming te eisen, hopen ze uiteindelijk ook dat het aantal dieren minder wordt. Volgens het onderzoek van Backus e.a. zal deze eis slechts beperkt bijdragen aan het verminderen van de dierenaantallen.

Wat vindt ZLTO van Stalderen?

ZLTO vindt dat stalderen afgeschaft kan worden. Gezien alle landelijke en provinciale en gemeentelijke maatregelen voorzien we geen verdere concentratie van veehouderij en kan het dus afgeschaft worden.

Helpt ZLTO leden met stalderen?

ZLTO heeft zelf een loket waar vraag en aanbod bij elkaar gebracht worden. Het loket is kosteloos, we brengen mensen alleen met elkaar in contact, zij maken zelf prijsafspraken.