Zorgen over faunabeleid

De noodzaak tot samenwerken met organisaties als Staatsbosbeheer neemt steeds meer toe, volgens Jeannette van de Ven, portefeuillehouder Fauna bij LTO Nederland. Dat zei ze na afloop van het minisymposium Fauna en Diergezondheid op 8 september in Asten.

Van de Ven heeft eerst en vooral zorgen over de impact van fauna op diergezondheid, ‘want die risico’s zijn het meest helder’. Als duidelijkste voorbeeld noemt ze de risico’s van wilde zwijnen voor gehouden dieren. ‘Dat kan een enorme economische impact hebben.’

Als er in Nederland een varken wordt aangetroffen met klassieke varkenspest, dan moet je alles snel onder controle hebben, anders gaan de grenzen dicht voor export van varkensvlees, geeft Van de Ven aan. ‘Breekt zo’n ziekte uit op een boerenbedrijf, dan ligt er een protocol klaar en is alles redelijk snel onder controle. Maar bij wilde zwijnen is dat veel lastiger, en dus langzamer, in beeld te brengen.’

De LTO-portefeuillehouder Fauna blijft er dan ook op hameren dat de zwijnenpopulatie beheersbaar moet blijven. ‘Als mensen staan te juichen als er ergens weer wilde zwijnen zijn gesignaleerd, dan is er iets mis. Een nulstandbeleid is gewoon nodig om de populatie beheersbaar te houden.’ Dat beleid laten varen omdat het toch niet werkt en in plaats daarvan leefgebieden aanwijzen is echt de verkeerde weg, stelt Van de Ven. ‘Het beleid zorgt er namelijk mede voor dat jagers meer middelen en tijd hebben om de dieren te bejagen.’

Ze drukt waar ze kan ook de jagers op het hart om hun vak goed uit te blijven oefenen. ‘Ik heb veel vertrouwen in hen, maar houd ze wel altijd voor wat de gevolgen kunnen zijn als ze niet alles doen wat er mogelijk is om de zwijnen te bejagen. Zo zijn veel jagers tegen het inzetten van vangkooien, omdat dit jachtonwaardig zou zijn. Ik vind dat dit wel moet kunnen, als goede controle maar geborgd is, zodat bijvoorbeeld een beest niet pas na enkele dagen uit de kooi wordt gehaald.’

De bestuurder kijkt naar eigen zeggen niet alleen naar wilde zwijnen. ‘De gebiedsplannen voor ganzen zijn belangrijk, en de dassen en bevers komen er ook aan.’

Over Staatsbosbeheer is ze positief. ‘Die toont een constructieve opstelling. Daarnaast vindt ze zelf dat ze meer naar beheer toe moet, onder meer door boeren, in plaats van de natuur maar haar gang laten gaan. Daar ben ik het volledig mee eens. Het is in Nederland al passen en meten om alle functies met elkaar te vervlechten.’

Heeft u ideeën over het faunabeheer in Zeeland en Noord-Brabant laat het ons weten via onze bestuurder Jeannette van de Ven.