Ralf Pijnenburg - Nieuwe Oogst
De provincies Noord-Brabant en Zeeland gaan met Vlaanderen in overleg om uit de impasse te kunnen komen rondom grensoverschrijdende stikstofproblematiek. Dit moet onder meer leiden tot een oplossing voor de nieuw te bouwen ethaankraker (Project One van Ineos). ZLTO vreest echter dat de stikstofproblemen zullen aanhouden.
Om in overleg te treden met Vlaanderen hebben de provincies besloten om de lopende procedures, het beroep en het verzoek tot schorsende werking wat betreft Ineos uit te stellen voor de duur van de gesprekken. Inzet van de partijen is om tot een overeenstemming te komen binnen het Ineos-dossier.
ZLTO-bestuurder Jos Naalden vindt het ‘belachelijk’ dat er een überhaupt een vergunning is verleend voor bouw van de ethaankraker in de haven van Antwerpen. ‘Dit betekent dat er een enorme stikstofbron ter grootte van zo’n dertig melkveehouders in de regio bijkomt’, zegt hij. ‘Terwijl het Natura2000-gebied De Brabantse Wal al enorm overbelast is.’ Volgens Naalden worden de boeren in zijn gebied al jarenlang belemmerd in hun ondernemerschap. ‘Onze vergunningverlening ligt stil en dit soort projecten over de grens zouden gewoon uitgevoerd kunnen worden. Dat valt niet met elkaar te rijmen.’
Naalden mist een Europese aanpak van het stikstofprobleem, waardoor er volgens hem geen sprake is van een gelijk speelveld en er grote verschillen ontstaan in de vergunbaarheid van projecten. Daarnaast is hij geen voorstander van het voornemen van de provincie Noord-Brabant om per 1 juli 2026 de ongebruikte stikstofruimte in natuurtoestemmingen in Noord-Brabant in te trekken. Dit intrekkingsbeleid geldt voor veehouderijen en de industrie en moet ervoor zorgen dat de staat van de Brabantse natuur niet verder verslechtert.
Effecten
Naalden ziet echter het tegenovergestelde effect ontstaan. ‘De provincie richt zich op de latente ruimte in veel bestaande vergunningen. Mijn verwachting is dat veel bedrijven de uitstootruimte binnen hun vergunningen de komende tijd weer maximaal zullen opvullen. Je ziet in onze regio ook dat ontwikkelaars bedrijven aan het opkopen zijn om vervolgens de ongebruikte stikstof weer in te zetten voor hun eigen projecten. Ik zie door deze beweging eerder een stijging dan een daling van de uitstoot van stikstof ontstaan.’
Naalden heeft er weinig vertrouwen in dat de provincies met nieuwe afspraken de impasse rondom grensoverschrijdende stikstofproblematiek kunnen doorbreken. ‘Dan zal eerst het juridische moeras waarin we ons begeven moeten verdwijnen’, zegt hij. ‘Nu is het zo dat we als sector veel innovaties niet kunnen doorvoeren omdat ze op papier net niet de juiste hoeveelheid stikstofreductie garanderen.
Terwijl we juist met innovaties in de afgelopen decennia flinke stappen vooruit hebben gezet in het reduceren van stikstof. Daar hebben veel bestuurders geen weet van.’ Verder zal er volgens de ZLTO-bestuurder veel beter gemeten moeten worden wat de daadwerkelijke uitstoot van de verschillende stikstofbronnen is. ‘Ik denk dat de invloed vanuit het buitenland wel eens veel groter zou kunnen zijn dan erkend wordt’, aldus Naalden. ‘Hoe dan ook vergt dit probleem een veel betere integrale aanpak.’